Het is Andreas Vesalius, niet Leonardo da Vinci, die bekend staat als de Vader van de Anatomie en die tegenwoordig in moderne anatomieboeken wordt genoemd. Vesalius was een anatoom en arts uit Brussel. Hij publiceerde “De humani corporis fabrica” (vertaald als “Over de weefsels van het menselijk lichaam”) in 1543, dat bekend staat als het eerste moderne anatomische leerboek. Vesalius’ boek volgde veel van da Vinci’s eerdere studies en stelde de dogma’s van de vroegere anatoom Galen aan de kaak. Veel van Galenus’ observaties hadden te maken met oude theorieën (humorisme) en dierlijke dissecties, aangezien menselijke dissecties door de Romeinse wet verboden waren. Vesalius was in staat de hand te leggen op een paar menselijke kadavers en corrigeerde een aantal van Galen’s fouten, zoals de gedachte dat het hart de grote vaten van het lichaam bevat versus de lever. Vesalius was ook de “eerste” die opmerkte dat botten de mens zijn vorm gaven en hij gaf dit weer door middel van gedetailleerde tekeningen van botten, ligamenten en spieren. Vesalius beschreef vele lichaamssystemen in buitengewoon detail, waarvan men dacht dat dit nooit eerder was gedaan. Maar da Vinci maakte buitengewone vorderingen en gedetailleerde aantekeningen van de anatomie jaren voordat Vesalius zelfs maar geboren was. Da Vinci gebruikte zijn artistieke bekwaamheid en gevoel voor mechanica om gedetailleerde tekeningen te maken van het menselijk lichaam en de lichaamssystemen. Sommige van zijn meest beruchte tekeningen en aantekeningen hadden betrekking op spieren/bindweefsel, het hart, de schedel en de foetus. Zijn talent als kunstenaar gaf hem de kans om meer dan 30 kadavers te ontleden (vergeleken met de weinige van Vesalius), waardoor hij jaren vóór Vesalius het ongelijk van Galen kon bewijzen. Helaas werden da Vinci’s werken nooit gepubliceerd, zodat zijn genie weinig invloed had op de vooruitgang van de anatomie.