Zelfverwondend gedrag

Zelfverwondend gedrag (SIB) is gedrag dat kan leiden tot lichamelijk letsel aan het eigen lichaam. SIB wordt vertoond door 10 tot 15 procent van de mensen met een verstandelijke beperking. Veel voorkomende vormen van SIB omvatten, maar zijn niet beperkt tot, slaan met het hoofd, slaan met het hoofd en zelf bijten. SIB kan resulteren in kleine verwondingen zoals schrammen en blauwe plekken of meer ernstige verwondingen zoals blindheid, gebroken botten, of zelfs de dood.

Er zijn een verscheidenheid van redenen waarom een individu zich kan bezighouden met zelfverwonding. Zo kan het plegen van zelfverwonding resulteren in aandacht of toegang tot een favoriete speeltje of activiteit. Zelfverwonding komt ook voor om te ontsnappen aan activiteiten die een lage voorkeur hebben, zoals activiteiten van het dagelijks leven (bv. tanden poetsen) of academische eisen. SIB kan ook voorkomen omdat het zintuiglijke input geeft aan een lichaamsdeel of pijn vermindert, vergelijkbaar met hoe iemand op zijn hoofd of ogen drukt om tijdelijk de pijn te verminderen als hij hoofdpijn heeft. Van gedragsinterventies is aangetoond dat ze effectief zijn voor de behandeling van zelfverwonding.

Referenties voor verder lezen:

Beavers GA, Iwata BA, Lerman DC. (2013). Dertig jaar onderzoek naar de functionele analyse van probleemgedrag. Journal of Applied Behavior Analysis, 46(1), 1-21.

Hanley GP, Iwata BA, McCord BE. (2003). Functionele analyse van probleemgedrag: Een overzicht. Journal of Applied Behavior Analysis, 36(2), 147-185.

Iwata BA, Dorsey MF, Slifer KJ, Bauman KE, Richman GS. (1994). Naar een functionele analyse van zelfverwonding. Tijdschrift voor Toegepaste Gedragsanalyse, 27(2), 197-209. (Overgenomen met toestemming van Analysis and Intervention in Developmental Disabilities, 2, 3-20, 1982)

Iwata BA, Pace GM, Dorsey MF, Zarcone JR, Vollmer TR, Smith RG, Rodgers TA, Lerman DC, Shore BA, Mazalesk JL, et al. (1994). De functies van zelfverwondend gedrag: Een experimenteel-epidemiologische analyse. Tijdschrift voor Toegepaste Gedragsanalyse, 27(2), 215-240.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.