Dit zijn enkele bevindingen van een studie uitgevoerd door het Fins Nationaal Instituut voor Gezondheid en Welzijn, de Universiteit van Helsinki en de Universiteit van Tartu in Estland.
Voedselneofobie is een eetgedragstrek waarbij een persoon weigert voedsel of voedingsmiddelen die hij niet kent te proeven en te eten. De studie onderzocht de onafhankelijke impact van eetgedrag, en in het bijzonder van voedselneofobie, op de kwaliteit van de voeding en op levensstijlziekten en hun risicofactoren. Tot dusver is op dit gebied weinig onderzoek verricht.
De studie volgde personen tussen 25 en 74 jaar in de Finse FINRISK- en DILGOM-cohorten en een Ests biobankcohort gedurende een follow-up van zeven jaar.
Voedselneofobie is erfelijk
Voedselneofobie is een sterk erfelijke eigenschap gebleken: tweelingstudies hebben aangetoond dat tot 78% ervan erfelijk kan zijn. De eigenschap kan gemakkelijk worden gemeten met behulp van de FNS-vragenlijst (Food Neophobia Scale), die tien vragen bevat die het eetgedrag van de respondent in kaart brengen. De FNS-vragenlijst werd ook in deze studie gebruikt om de angst voor nieuwe voedingsmiddelen te meten en te kwantificeren.
Voedselneofobie komt vooral bij kinderen en ouderen veel voor. Er zijn tot nu toe weinig studies gedaan naar voedselneofobie bij de volwassen bevolking.
Trekjes die lijken op voedselneofobie, waaronder kieskeurig en kieskeurig eten, komen ook voor bij verschillende leeftijdsgroepen in de bevolking. Deze eetgedragingen kunnen ook een belangrijke invloed hebben op de kwaliteit van de voeding en vervolgens op de gezondheid. Aangezien verschillende kenmerken van eetgedrag elkaar overlappen, is het moeilijk een duidelijk onderscheid te maken.
Voedselneofobie heeft onafhankelijke gevolgen voor de gezondheid
Uit de studie bleek dat voedselneofobie verband houdt met een slechtere voedingskwaliteit: de inname van vezels, eiwitten en enkelvoudig onverzadigde vetzuren kan bijvoorbeeld lager zijn en de inname van verzadigd vet en zout hoger bij personen met voedselneofobie.
Daarnaast werd een significant verband gevonden tussen voedselneofobie en een ongunstig vetzuurprofiel en een verhoogd niveau van ontstekingsmarkers in het bloed. Vervolgens verhoogt voedselneofobie ook het risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten of diabetes type 2.
Vaak wordt gedacht dat de effecten van eetgedrag en dieet op de gezondheid voornamelijk worden gemedieerd door gewichtsveranderingen alleen. In deze studie kwamen de effecten van voedselneofobie echter onafhankelijk naar voren, ongeacht gewicht, leeftijd, sociaaleconomische status, geslacht of woongebied.
Je ouders hadden gelijk: je moet altijd alle voedingsmiddelen proberen!
“De bevindingen versterken het idee dat een veelzijdig en gezond voedingspatroon een sleutelrol speelt, en zelfs een onafhankelijke rol speelt in de gezondheid. Als we kunnen ingrijpen in afwijkend eetgedrag, zoals voedselneofobie, al in de kindertijd of jeugd. Dit zal helpen om mogelijke toekomstige gezondheidsproblemen vroegtijdig te voorkomen,” zegt onderzoeksprofessor Markus Perola van het Nationaal Instituut voor Gezondheid en Welzijn.
“Erfelijke factoren en ons genotype bepalen alleen onze aanleg voor voedselneofobie. Vroegkinderlijke opvoeding en verzorging en leefstijlbegeleiding op volwassen leeftijd kunnen ondersteuning bieden bij de ontwikkeling van een gevarieerd eetpatroon.”