Wij rapporteren twee kinderen met acute confusionele migraine (ACM) en een ander met migraine-infarct (MI), in de leeftijd van 7-12 jaar. Er was een familiegeschiedenis van migraine bij alle patiënten. De patiënten, die allen rechtshandig waren, vertoonden allen een plotseling begin van bewustzijnsstoornissen en andere neurologische stoornissen als de eerste aura in hun leven. De symptomen verdwenen in alle gevallen vrijwel spontaan binnen 24 uur, maar een voorbijgaande occipitale vertraging op het EEG met lateraliteit corresponderend met de kant van de migrainale oorsprong duurde langer dan 24 uur. In de gevallen van ACM in de kritieke fase, hoewel MRI en MR angiografie geen abnormale bevindingen vertoonden, toonde IMP-SPECT, uitgevoerd binnen 48 uur na de migraineaanvallen, een regionale verandering in de cerebrale bloedstroom, die in één specifiek geval hypoperfusie aantoonde in het gebied van de linker achterste cerebrale slagader (PCA). Daarom, hoewel ACM klinisch werd gediagnosticeerd door uitsluiting, was SPECT wel behulpzaam voor de diagnose van ACM. Wij speculeerden dat voorbijgaande hypoperfusie in het dominante PCA gebied, waarbij de mediale temporale structuren betrokken waren, verantwoordelijk was voor de verwarring met amnesie bij ACM, in tegenstelling tot het ontbreken van verwarring of amnesie in het geval van MI dat cystische encephalomalacie toonde in de rechter thalamus en hippocampus regio’s.