Aanvullende informatie:
De geslachtsnaam van de plataan of plataanfamilie, Platanus, is afgeleid van de Griekse naam voor de oosterse plataan (P. orientalis), platanos. De afbladderende schors is een opvallend winterkenmerk. De schors van de Amerikaanse plataan is gewoonlijk witter dan de groenige schors van de Londense plataan. Een ernstig probleem bij alle Platanussoorten is anthracnose. Besmetting veroorzaakt ontbladering, waarna de scheutuiteinden afsterven en vele kleine twijgen aan de uiteinden van de takken overblijven. Het is het beste om cultivars van de Londense plataan te kiezen die resistent zijn tegen anthracnose. De ronde vruchten van de gewone plataan zijn een samenraapsel van dopvruchten (nootachtige vruchten). Ze worden meestal alleen gedragen bij onze inheemse plataan (P. occidentalis) en in veelvouden van twee of drie bij de hybride Londense plataan. Planten in dit geslacht hebben enkele interessante anatomische kenmerken. Een grote bladachtige bladsteel kan worden gezien langs de bladsteel onder de bladschijf. De bladsteel is ook interessant. Hij omsluit de knoppen langs de tak volledig. Je moet het blad afbreken om de knoppen te zien.