An End to Waste?

CREDIT: ETH ZÜRICH

Ondanks het feit dat afval een onvermijdelijk onderdeel is van alle processen, kan het overwegen van een einde aan afval ons dwingen na te denken over hoe we afval definiëren, genereren en beheren. Twee gangbare definities van afval zijn een stof of voorwerp dat wordt weggegooid en het vermijdbare verlies van een hulpbron. Algemeen wordt erkend dat de huidige praktijken op het gebied van afvalbeheer in geïndustrialiseerde landen niet duurzaam zijn, maar het is duidelijk dat we onze praktijken niet doeltreffend of snel genoeg veranderen. Wat zijn de hinderpalen en hoe kunnen we die uit de weg ruimen?

De huidige praktijken op het gebied van afvalbeheer omvatten de opties verwijdering, terugwinning, recycling, hergebruik, minimalisering en preventie. Hergebruik begint de definitie van afval te vervagen: Als een ongewenst bijproduct van de ene bedrijfstak kan worden gebruikt als grondstof voor een andere, is het dan een afvalstof of een grondstof? Afval van voedingsmiddelen en gewassen is bijvoorbeeld geïdentificeerd als een waardevolle grondstof voor de productie van biobrandstoffen. En met verbeterde winningstechnologieën kan afval van vroegere mijnbouwactiviteiten dienen als een waardevolle bron van minerale hulpbronnen. Er zijn meer inspanningen nodig om dergelijke potentiële mogelijkheden te identificeren, de technologieën te ontwikkelen die nodig zijn om ze te exploiteren, en eventuele regelgevende of wettelijke belemmeringen voor de tenuitvoerlegging weg te nemen. Dergelijke inspanningen moeten gericht zijn op de sectoren die het meeste afval genereren. In de 27 lidstaten van de Europese Unie (EU) werd in 2008 bijna 74% van al het afval geproduceerd door slechts drie sectoren: bouw en sloop, mijnbouw en industrie.* Een vooruitgang is de door het Milieuagentschap van de EU ontwikkelde “einde-afvalfase”-status, waardoor het verwerkte materiaal, dat niet langer als afval wordt aangemerkt, op dezelfde manier kan worden gebruikt als vergelijkbare onbewerkte materialen of producten. Dergelijke “einde-afvalfase”-voorschriften zijn in maart 2011 vastgesteld voor schroot.‡

CREDIT: .COM/MATTHEW BROWN

Bij de huidige praktijken worden veel milieukosten van de productie, waaronder de productie van afval, geëxternaliseerd; dat wil zeggen dat ze niet in de kostprijs van producten worden opgenomen. Zo kan de eis dat fabrikanten verpakkingen of zelfs producten aan het eind van hun levensduur terugnemen, een cruciale stap zijn in het internaliseren van de kosten, waarbij het afvalbeheer wordt verlegd van verwijdering naar recycling of hergebruik. Maar politieke processen, zoals regelgeving, zijn over het algemeen noodzakelijk om dergelijke doelstellingen te bereiken. Daarom is het van cruciaal belang het bewustzijn van afval als een belangrijke maatschappelijke kwestie te vergroten. Hoewel huishoudelijk afval in 2008 slechts 8,5% van de in de EU geproduceerde hoeveelheid afval uitmaakte, is het onevenredig belangrijk, zowel omdat de aandacht ervoor een breder maatschappelijk bewustzijn creëert als omdat goederen met een hogere waarde, zoals elektronica, worden weggegooid.

Politieke aspecten staan ook centraal bij het inefficiënte gebruik van hulpbronnen. De landbouw in het dorre zuidwesten van de Verenigde Staten wordt vaak gebruikt als voorbeeld van inefficiënt gebruik van water. Dit komt gedeeltelijk doordat waterrechten een nuttig gebruik van de hulpbron voorschrijven (“use it or lose it”), hetgeen een perverse prikkel vormt om waterbesparing te ontmoedigen en moet worden aangepakt door het wettelijk kader te wijzigen. Dit kan alleen worden bereikt door middel van politieke processen, maar voor waterbesparing zijn ook technologische verbeteringen op het gebied van irrigatie en een beter wetenschappelijk inzicht in hydrologische en plantengroeiprocessen nodig.

Bewustmaking van het publiek is van cruciaal belang als men het afvalbeheer zowel vanuit het oogpunt van consumptie als van produktie wil benaderen. Dit is van essentieel belang om te voorkomen dat een verschuiving van de kosten, hetzij in de ruimte, hetzij in de tijd, wordt aangezien voor een toename van de efficiëntie. De productie kan bijvoorbeeld efficiënt lijken als zij niet later hoeft te worden gerecycleerd, maar die kosten worden slechts verschoven (zowel in de tijd als vaak in de ruimte) van de producent naar de recycleerder. Zelfs een reële toename van de efficiëntie zal uiteindelijk een grens bereiken vanwege het fundamentele verband tussen afval en doorvoer. Het afvalprobleem vereist dus ook dat wij onze productie- en consumptiepatronen onder de loep nemen en ze aanpassen aan de onvermijdelijke grenzen van ons planetaire ecosysteem.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.