Behandeling van chronische hepatitis B
Als uit bloedonderzoek blijkt dat u na 6 maanden nog steeds hepatitis B heeft, kan uw arts u medicijnen aanraden om het risico op complicaties van hepatitis B te verkleinen en regelmatig onderzoek te doen om de gezondheid van uw lever te beoordelen.
Behandeling wordt meestal aangeboden als:
- uw immuunsysteem niet in staat is om de hepatitis B zelf onder controle te houden
- er aanwijzingen zijn voor voortdurende leverschade
Hepatitis B medicijnen kunnen helpen om het virus onder controle te houden en te stoppen met het beschadigen van uw lever, hoewel ze de infectie niet noodzakelijkerwijs zullen genezen en sommige mensen levenslange behandeling nodig hebben.
De belangrijkste geneesmiddelen voor chronische hepatitis B zijn peginterferon alfa 2-a en antivirale geneesmiddelen.
Peginterferon alfa-2a
Als uw lever redelijk goed werkt, is de eerste behandeling die wordt aangeboden meestal een geneesmiddel dat peginterferon alfa 2-a wordt genoemd.
Dit stimuleert het immuunsysteem om het hepatitis B-virus aan te vallen en het weer onder controle te krijgen. Het wordt gewoonlijk gedurende 48 weken eenmaal per week geïnjecteerd.
Gewone bijwerkingen zijn griepachtige verschijnselen, zoals koorts en spier- en gewrichtspijn, nadat u bent begonnen met het innemen van het medicijn, hoewel deze na verloop van tijd zouden moeten verbeteren.
Tijdens de behandeling worden er tests uitgevoerd om te zien hoe goed het werkt. Alternatieve geneesmiddelen kunnen worden aanbevolen als het niet helpt.
Antivirale geneesmiddelen
Als uw lever niet goed werkt, of peginterferon alfa-2a niet geschikt is of niet voor u werkt, kan uw arts u aanraden in plaats daarvan antivirale geneesmiddelen te proberen.
Dit zal meestal ofwel tenofovir ofwel entecavir zijn, die beide als tabletten worden ingenomen.
Gewone bijwerkingen van deze geneesmiddelen zijn misselijkheid, overgeven en duizeligheid.