Fascia zijn de dikke vellen bindweefsel die spiercompartimenten omgeven. Fasciotomie, een procedure waarbij de fascia wordt doorgesneden om de druk in het spiercompartiment te verlichten, wordt gebruikt om mensen met acuut of chronisch compartimentsyndroom te behandelen.

Voor de ingreep dienen artsen regionale of algehele anesthesie toe. Uw chirurg maakt een incisie boven het aangetaste spiercompartiment en opent de beperkende fascia – dikke vellen bindweefsel – om de druk te verlichten en de bloedstroom naar spieren en zenuwen te vergroten.

Meer dan één incisie kan nodig zijn als meerdere spieren zijn aangedaan. In deze gevallen kunnen chirurgen ook een deel of delen van de fascielaag verwijderen om de druk permanent te verlichten en het risico te verlagen dat het compartimentsyndroom terugkomt.

De chirurgen sluiten de incisie zodra de zwelling afneemt. Bij chronisch compartimentsyndroom is dit dezelfde dag, en hoeft u niet een nacht in het ziekenhuis te blijven.

Voor acuut compartimentsyndroom kan een uitgebreidere incisie nodig zijn, en uw chirurg moet mogelijk ander letsel, zoals een breuk of schade aan weke delen, aanpakken voordat hij de incisies sluit. Uw arts kan aanbevelen dat u een of meer nachten ter observatie in het ziekenhuis blijft.

Als de zwelling veroorzaakt door acuut compartimentsyndroom ernstig is, kunnen artsen een huidtransplantaat – een stuk gezonde huid van een ander deel van het lichaam – gebruiken om het gebied te bedekken en het te helpen genezen. Deze techniek kan zorgen voor meer ruimte in het compartiment, waardoor het risico op herhaling afneemt. In de weken na de operatie versmelt de huidflap met de omringende huid.