Coxiella burnetii is een obligate intracellulaire bacterie die wereldwijd een zoönose veroorzaakt, Q-koorts, en misbruikt kan worden als biologisch oorlogsmiddel. Infectie bij dieren (coxiellose) is meestal persistent. Infectie bij de mens is vaak asymptomatisch, maar kan zich manifesteren als een acute ziekte (meestal een op zichzelf staand griepachtig ziektebeeld, longontsteking of hepatitis) of als een chronische vorm (voornamelijk endocarditis, maar ook hepatitis en chronisch vermoeidheidssyndroom). C. burnetii infectie bij zwangere vrouwen kan leiden tot abortussen, vroegtijdige bevallingen en doodgeboorten. In de natuur wordt de infectie in stand gehouden en overgedragen door teken als voornaamste vector en reservoir. Runderen, schapen en geiten zijn de belangrijkste bron van infecties bij de mens. Mensen lopen C. burnetii vooral op door aerosol in contact met besmette omgevingen, waarbij wind een belangrijke factor is bij de verspreiding van de infectie. De wijde verspreiding van C. burnetii draagt bij tot een hoge resistentie van zijn extracellulaire kleincellige variant tegen omgevingsfactoren. De intracellulaire variant met grote cellen, die is aangepast om te overleven onder de zware omstandigheden van fagolysosomen, maakt langdurige overleving en persistentie van C. burnetii mogelijk, namelijk in monocyten/macrofagen. Gastheerfactoren zoals de onderliggende ziekte en de celgemedieerde immuniteit spelen een beslissende rol in de klinische expressie van C. burnetii infectie. Volledige genoomanalyse van C. burnetii zal zeker bijdragen tot een beter begrip van de pathogenese van C. burnetii infectie en zal de Q-koorts diagnose en immunoprofylaxe verbeteren.