Dodo

De Dodo (Raphus cucullatus) was een slim lid van de duivenfamilie en was vliegvrij. Maar dodo’s waren niet altijd vliegvrij. Aangenomen wordt dat de dodo vliegloos werd door de beschikbaarheid van overvloedige voedselbronnen en een relatieve afwezigheid van roofdieren op Mauritius. Zo evolueerden dodo’s tot loopvogels zonder veel reden om bang voor te zijn. Dodo’s aten graag stenen, maar dat is slechts de eerste gang. Ze aten ook fruit, noten, zaden, bollen, en wortels. Er is ook gesuggereerd dat de dodo krabben en schaaldieren zou hebben gegeten, net als hun verwanten de kroonduiven. De stenen die ze aten helpen hen bij de spijsvertering. Ze zitten in de maag van de dodo en helpen bij het vermalen van het voedsel. Zijn belangrijkste leefgebied was waarschijnlijk het bos in de drogere kustgebieden van Mauritius. Volgens één verslag bestond zijn legsel uit één ei. In 1598, toen de mensen voor het eerst naar het eiland kwamen, waren dodo’s een makkelijke maaltijd voor hongerige zeelui, en mensen brachten ook andere dieren mee toen later het eiland werd gebruikt als strafkolonie, zoals varkens, honden, katten, ratten, en zelfs krab-etende makaak-apen, en ze aten dodo eieren en kuikens, vernietigden dodo leefgebieden, en niet lang daarna waren er geen dodo’s meer over en stierven uit toen de laatste werd gedood in 1681.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.