Fictie vs. Non-fictie

Overzicht

Om het hele schooljaar door te kunnen deelnemen aan literaire analyse, moeten leerlingen in staat zijn om te bepalen of een tekst fictie of non-fictie is. Dit onderdeel zal de leerlingen de instrumenten aanreiken om dat te doen.

Doelstellingen

Studenten zullen:

  • Identificeer de elementen van fictie zoals toegepast op een kort verhaal
  • Identificeer de criteria die nodig zijn in een non-fictie stuk
  • Herken het doel van de auteur in een beschrijvende tekst

Culminating Activity

Publiceer een stuk non-fictie

Studenten zullen een onderwerp kiezen, doen onderzoek als dat nodig is, en nemen deel aan een online schrijfworkshop om zich voor te bereiden op het schrijven van een open uiteenzetting. Dit opstel is overtuigend van aard en gaat over een onderwerp dat door de leerling is gekozen of door de leraar is voorgesteld.

Aanbevolen boeken

Dit zijn de boeken die ik gebruik om literaire elementen van fictie en non-fictie te onderzoeken en voor schrijfbeoordelingen voor de afsluitende activiteit.

Teaching Comprehension Strategies All Readers Need by Nicole Outsen and Stephanie Yulga

Wat een prachtige bron voor het onderwijzen van fictie en non-fictie! Dit boek staat vol met mini-lessen die hogere-orde denkvaardigheden aanmoedigen als leerlingen eigenschappen van de genres afleiden in plaats van gewoon de eigenschappen van de leraar van het bord te kopiëren. Dit is een must-have voor alle leerkrachten Taalkunde op middelbaar niveau.

Tip voor de klas: Door de les over het identificeren van de elementen van fictie te gebruiken, waren mijn leerlingen in staat om een dieper begrip van teksten te creëren.

Teaching Students to Read Nonfiction door Alice Boynton en Wiley Blevins

Dit boek bevat 15 lessen die leerlingen kennis laten maken met de belangrijkste elementen van non-fictie. Interessante passages geven voorbeelden van beschrijving, tijdsvolgorde, vergelijken en contrast, oorzaak en gevolg, en probleem en oplossing – de vijf belangrijkste manieren waarop non-fictie teksten zijn georganiseerd.

Tip voor de klas: Gebruik de eerste les om het verschil in tekststructuren aan uw leerlingen te leren. Dit is een gemakkelijke manier om het geleerde te laten beklijven, want leerlingen zullen geen moeite hebben om non-fictie in te delen in een van de vier soorten structuren.

Voorlees bloemlezing door Janet Allen en Patrick Daley

Deze bloemlezing bevat verhalen, gedichten, toespraken, tijdschriftartikelen, memoires, en nog veel meer! Wat een geweldige bron om leerlingen te begeleiden bij het toepassen van wat ze hebben geleerd over fictie en non-fictie, terwijl u de passage voorleest en de leerlingen het genre laat identificeren. Zo’n bloemlezing zou een nuttig hulpmiddel zijn voor elk vakgebied.

Tip voor de klas: Kies twee of drie voorleessessies voor uw leerlingen. Vraag de leerlingen na het lezen de tekst te classificeren als fictie of non-fictie. Vraag de leerlingen hun mening te onderbouwen met de elementen van fictie of non-fictie die in de passage worden gebruikt.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.