Fictienotities

Schrijven is recursief.

Ik heb dit een tijd geleden gehoord, maar het komt deze maand weer bij me op, nu ik terugdraai op dingen. Ik bekijk oude kladjes, kijk terug naar wat ik gisteren schreef, vorige week, vorige maand, vorig jaar, vijf jaar geleden.

Het schrijfproces is inmiddels overal beklad: voorschrijven, opstellen, reviseren, redigeren, publiceren. Maar wat we vergeten is de recursieve aard van wat we doen. We schrijven voor en stellen op, maar tijdens het schrijven gaan we terug en schrijven we verder. Het is helemaal geen lineair proces!

Weetje nog dat we cursief leerden schrijven, de oefening waarbij je in lussen schrijft en ervoor zorgt dat je binnen de lijntjes blijft? Zo voelt dit soms: elke lus gaat een stukje verder, maar je moet terug om de basislijn te raken, de bovenste regel, de grenzen van het verhaal dat je hebt gemaakt. Je bent op zoek naar die perfecte lus, maar vindt hem nooit helemaal, maar hoe meer je oefent, hoe dichterbij hij komt.

Recursief: een procedure gebruiken die herhaaldelijk kan worden toegepast.

Daarom probeer ik strategieën voor revisie aan te leren. De lerares van de zesde klas van mijn dochter vroeg de leerlingen aandacht te besteden aan het proces terwijl ze een opstel schreven. Daarna vroeg ze hen het exacte proces op te schrijven, zodat ze het opnieuw konden volgen.

Nee! Het punt is dat het proces zich nooit precies herhaalt. In plaats daarvan zijn er strategieën, benaderingen, hulpmiddelen, manieren van werken, recursieve procedures. En elke keer dat we schrijven, passen we verschillende strategieën toe in een andere volgorde. De enige constante is de recursiviteit van het proces.

Vandaag ben ik me erg bewust van het terugkomen op mezelf; morgen hoop ik dat ik me erg bewust ben van het voorwaartse deel van dit proces.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.