Gemeenschappelijke classificaties van TBI

Primair letsel

Primair letsel ontstaat op het moment van het eerste trauma, waaronder

  • schedelbreuk (breken van de benige schedel),
  • contusies (kneuzingen/ bloeduitstortingen op de hersenen) die kunnen leiden tot hematomen (bloedstolsels in de meningeale lagen of in de corticale/subcorticale structuren als gevolg van het trauma),
  • concussies (letsel met lage snelheid dat leidt tot functionele stoornissen zonder pathologisch letsel),
  • laceraties (scheuren in hersenweefsel of bloedvaten van de hersenen),
  • diffuus axonaal letsel (traumatische schuifkrachten die leiden tot het scheuren van zenuwvezels in de witte stofbanen).

Primair letsel kan worden veroorzaakt door zowel een penetrerend (open hoofd) letsel als een niet-penetrerend (gesloten hoofd) letsel.

Een penetrerend (open hoofd) letsel betreft een open wond aan het hoofd door een vreemd voorwerp (bijv. kogel). Het wordt meestal gekenmerkt door focale schade die optreedt langs de weg die het voorwerp in de hersenen heeft afgelegd, waaronder een gebroken/geperforeerde schedel, gescheurde hersenvliezen en schade aan het hersenweefsel (Hegde, 2006).

Een niet-penetrerend (gesloten hoofd) letsel wordt gekenmerkt door hersenletsel als gevolg van indirecte impact zonder dat er een vreemd voorwerp in de hersenen terechtkomt. De schedel kan al dan niet beschadigd zijn, maar er is geen penetratie van de hersenvliezen. Niet-penetrerend letsel kan van tweeërlei aard zijn:

  • Acceleratieletsels-veroorzaakt door beweging van de hersenen binnen het ongeremde hoofd (b.v. whiplashletsel). Als de kracht die op het hoofd inwerkt sterk genoeg is, kan deze een kneuzing veroorzaken op de plaats van de inslag en de tegenoverliggende zijde van de schedel, waardoor een extra kneuzing ontstaat (coup-contrecoup-letsel).
  • Letsels zonder versnelling – veroorzaakt door letsel aan een hoofd dat in bedwang wordt gehouden en waarbij dus geen versnelling of vertraging van de hersenen binnen de schedel optreedt (b.v. klap op het hoofd). Deze resulteren gewoonlijk in vervorming (breuk) van de schedel, waardoor plaatselijk focale schade aan de hersenvliezen en de hersenen ontstaat.

Secondair letsel

Secondair letsel ontstaat als een indirect gevolg van het letsel. Het is het gevolg van processen die door het eerste trauma op gang zijn gebracht en zich in de loop van de tijd ontwikkelen. Hiertoe behoren

  • ischemie (onvoldoende doorbloeding);
  • hypoxie (onvoldoende zuurstof in de hersenen);
  • hypo/hypertensie (lage/hoge bloeddruk);
  • cerebraal oedeem (zwelling van de hersenen);
  • verhoogde intracraniële druk (verhoogde druk binnen de schedel), wat kan leiden tot herniatie (delen van de hersenen worden verplaatst);
  • hypercapnie (te hoog kooldioxidegehalte in het bloed);
  • meningitis (infectie van de meningeale lagen) en hersenabces;
  • biochemische veranderingen (veranderingen in de niveaus van neurotransmitters, natrium, kalium, enz.);
  • epilepsie.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.