Geschiedenis – Het feest van San Gennaro

Sint Gennaro was bisschop van Benevento, Italië, en stierf als martelaar in 305 na Christus tijdens de vervolging onder leiding van keizer Diocletianus.

Hij tekende zijn doodvonnis toen hij de diakens, Sosso en Proculo, en de leken, Eutichete en Acuzio, in de gevangenis bezocht.

De Proconsul, Timotheus, liet Gennaro arresteren. Hij onderging martelingen zonder te wankelen in zijn besluit om trouw te blijven aan Christus. Hij werd halsoverkop in een oven gegooid, maar door Gods genade kwam hij er ongeschonden uit.

Woedend onthoofdden de agenten hem. Zijn lichaam en het afgehakte hoofd, nog druipend van het bloed, werden bijeengebracht door een oude man die ze eerbiedig in een doek wikkelde. Een oude Napolitaanse dame ving het bloed op met een spons en vulde een fiool met de kostbare vloeistof.

Het lichaam van de heilige Gennaro wordt bewaard in Napels, waar hij wordt vereerd als de belangrijkste beschermheilige van de stad.

De Napolitanen bidden tot hem om bescherming tegen branden, aardbevingen, plagen, droogtes en de uitbarsting van de Vesuvius. In elke noodsituatie is Sint Gennaro hun machtige kampioen en universele helper.

De wonderdokter

Zijn bloed, dat normaal gestold is, wordt tweemaal per jaar vloeibaar op de eerste zondag van mei, het feest van de overbrenging van zijn relieken, en op 19 september, de verjaardag van zijn martelaarschap.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.