Hoofdstuk 14 – Maagdarmkanaal
Het spijsverteringsstelsel neemt voedsel tot zich, verteert en absorbeert voedingsstoffen, en verwijdert de resterende afvalstoffen. Het spijsverteringsstelsel kan worden onderverdeeld in het spijsverteringskanaal (mondholte, slokdarm, maag, dunne darm en dikke darm) en de bijbehorende spijsverteringsorganen (speekselklieren, alvleesklier, lever en galblaas).
Hard gehemelte
Het harde gehemelte is een dunne horizontale benige plaat die zich in het dak van de mond bevindt en die de mond- en neusholte scheidt.
Tong
De tong is een beweeglijk spierstelsel in de mond dat voedsel manipuleert om het te kauwen en dat wordt gebruikt bij het slikken. Het bovenvlak van de tong is bedekt met smaakpapillen die in talrijke papillen zijn ondergebracht.
Slokdarm
De slokdarm is een gespierde buis waardoor voedsel van de mond (pharynx) naar de maag gaat. De spierlaag van de slokdarmwand bestaat uit skeletspieren in het bovenste deel, gladde spieren in het onderste deel, en een mengsel van die twee in het midden.
Gastro-oesofageale junctie
De gastro-oesofageale junctie is het punt waar de distale slokdarm samenkomt met de proximale maag (cardia). Het is de belangrijkste verdediging tegen gastro-oesofageale reflux (GERD).
Maag
De maag verteert voedsel door verzuring en de afbraak van eiwitten. Hij wordt onderverdeeld in drie histologische regio’s (cardiaal, lichaam/fundus en pylorisch) op grond van hun anatomische ligging en het voorkomen van hun klieren.
De cardiale maag ligt het dichtst bij de slokdarm en bevat slijmafscheidende klieren.
Fundaire maag is het grootste deel van de maag (lichaam/fundus) en bevat fundicale (maag)klieren.
Weefseldoorsneden van de fundicale maag gekleurd met hematoxyline en eosine (H&E).
Pylorische maag zit vast aan de dunne darm en bevat slijm-afscheidende klieren.
Vasculatuur van het maagslijmvlies
De bloedtoevoer naar de maagwand is te zien na perfusie met een gekleurde kleurstof.
Gastroduodenale junctie
De gastroduodenale junctie is het punt waar de distale maag (pyloric) aansluit op de proximale twaalfvingerige darm van de dunne darm. De pylorische sluitspier regelt de passage van gedeeltelijk verteerd voedsel (d.w.z, chyme) van de maag naar de twaalfvingerige darm
Kleine darm
De dunne darm is betrokken bij de verdere vertering van voedsel en de opname van voedingsstoffen. Hij is verdeeld in drie segmenten: twaalfvingerige darm, jejunum, en kronkeldarm.
Vasculatuur van de dunne darm
De bloedtoevoer naar de dunne darm is te zien na perfusie met een gekleurde kleurstof.
Large Intestine
De dikke darm absorbeert water en consolideert afvalmateriaal in faeces. Hij is verdeeld in de blindedarm, de blindedarm, de dikke darm, het rectum en het anale kanaal.
Rectum
Het rectum is het laatste deel van de dikke darm dat als tijdelijke opslagplaats voor de ontlasting fungeert. De uitwerpselen gaan uit het rectum, door de anus, en uit het lichaam.