Leadville groeide uit Oro City, een tentenkamp van de goudkoorts van de jaren 1860. In vijf jaar tijd eisten goudzoekers meer dan 4.000.000 dollar aan placer goud op en trokken toen verder. In het midden van de jaren 1870 bekeken de experts het grijze spul dat de mijngangen had verstopt. Het was zilver. Leadville bloeide voor de tweede keer.

Investeerders als James Dexter en kooplieden als Horace Tabor bouwden Leadville op. Banken, chique Victoriaanse huizen, theaters en respectabele bedrijven verrezen tussen de saloons en bordelen. Leadville installeerde telefoonverbindingen, straatverlichting, een brandweer, elektriciteit en lobbyde om de hoofdstad van de nieuwe staat Colorado te worden. In 1880 kwamen er twee spoorwegen. De stad, met 15.000 inwoners, bloeide op.

In 1893 stopte de Federale Schatkist met het kopen van zilver. De prijs daalde, waardoor de hele natie in een financiële depressie belandde. Veel van de mijnen, molens en smelterijen gingen onmiddellijk failliet. Anderen sloten direct na de Eerste Wereldoorlog.

De Climax Molybdeen Mijn stabiliseerde de lokale economie. Hij werd geopend in 1916, ondersteunde het onderzoek naar de vele toepassingen van molybdeen, zoals het harden van staal, en werd ’s werelds grootste producent. In 1982 veranderde de wereldeconomie, en Climax sloot zijn deuren.