De volwassen huisvlieg (Musca domestica) is 6-7 mm lang, geelgrijs tot donkergrijs van kleur, met vier smalle zwarte strepen op het borststuk, roodbruine ogen en heldere, doorschijnende vleugels. Vrouwtjes huisvliegen paren meestal maar één keer en bewaren het sperma voor toekomstige ei-bevruchting. Wanneer eiwitrijk voedsel beschikbaar is, legt ze tot 500 eitjes in meerdere legsels op rottend organisch materiaal, zoals voedselresten, aas of uitwerpselen, in de loop van drie tot vier dagen.

De ontwikkelingstijd voor alle levensstadia van Musca domestica is temperatuurafhankelijk, met een maximale eiproductie en ontwikkeling van de vlieg bij 25-30°C. De kleine (1,2 mm), witte eitjes komen alleen uit als ze vochtig blijven, en roomwitte larven (3-9 mm lang) met een enkel paar donkere mondhaken komen meestal binnen 24 uur uit de eitjes. De maden doorlopen drie larvale stadia tot ze volgroeid zijn (7-12 mm), waarna ze naar een koele, droge plaats in de buurt van de broedplaats kruipen om zich te verpoppen.

De vliegen in het popstadium zijn ovaalvormig, met stompe afgeronde uiteinden, ongeveer 8 mm lang en veranderen van kleur van geel naar rood, naar bruin, naar zwart naarmate de pop ouder wordt. Nieuwe volwassen vliegen komen al twee dagen na de verpopping tevoorschijn (bij temperaturen boven 30°C) of ruim drie weken later bij lage temperaturen (rond 15°C). Volwassen vliegen hebben een gemiddelde levensduur van 15-25 dagen, maar kunnen onder de juiste omstandigheden tot twee maanden leven.