Indische cobra

Indische cobra

Een grote, zeer giftige slang, de Indische cobra voedt zich met knaagdieren, hagedissen, en kikkers. De Indische cobra bijt niet alleen, maar kan ook op afstand aanvallen of zich verdedigen door gif te “spuwen”, dat, als het in de ogen van de tegenstander komt, ernstige pijn en schade veroorzaakt. De slang perst het gif daadwerkelijk door haar giftanden, door spierkracht uit te oefenen op de gifklieren, zodat het in dubbele stralen over een afstand van 2 m of meer naar buiten spuit. In zijn karakteristieke dreighouding heft de Indische cobra het voorste derde deel van zijn lichaam op en spreidt zijn lange, soepele halsribben en losse huid uit om een schijfvormig schild te vormen, op de rug waarvan merktekens zijn aangebracht die op ogen lijken. Indische cobra’s besteden meer aandacht aan hun eieren dan gebruikelijk is bij slangen. De 8 tot 45 eieren (gewoonlijk 12 tot 20) worden gelegd in een holle boom, een termietenheuvel of in aarde waarin de slangen een tunnel graven. Het vrouwtje bewaakt het legsel gedurende de hele incubatieperiode en verlaat ze slechts korte tijd per dag om zich te voeden. De jongen komen na ongeveer 50 of 60 dagen uit.


Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.