Just Chess

Ik weet zeker dat je de volgende termen vaak hebt gehoord als je ook maar enigszins geïnteresseerd bent in het leren van schaken – schaak, schaakmat en pat. Hoewel deze termen vaak worden gebruikt, kunnen ze voor de beginner een beetje verwarrend zijn.

Hieronder volgt een korte uitleg van elke term en hoe elk woord van toepassing is op uw schaakspel.

Wat betekent “schaak”

Tijdens het normale verloop van een schaakpartij kunnen er talrijke aanvallen van de ene tegenstander op de andere zijn. De speler die wordt aangevallen, kan kiezen uit drie mogelijkheden:

a) Hij kan ervoor kiezen de aanval te negeren en een stuk te verplaatsen dat niets met de aanval te maken heeft.

b) Hij kan het aangevallen stuk uit de gevarenzone verplaatsen.

c) Hij kan een tegenaanval uitvoeren en het stuk van de tegenstander slaan (als de omstandigheden dat toelaten).

Hoe een speler reageert op een normale aanval is geheel zijn keuze, behalve bij een bepaald type aanval – de aanval van een Koning. Wanneer een Koning wordt aangevallen, is dit een serieuze zaak. De Koning kan niet aangevallen blijven. De speler die de aanval uitvoert moet het woord “schaak” uitspreken om de aandacht van de tegenstander te vestigen op wat er met zijn Koning gebeurt.

De aanval van uw Koning is zo ernstig dat als u niet in staat bent om uit de gevarenzone te komen, u het spel zult verliezen.

Klopmat – Om het spel te winnen

Klopmat is de term die wordt uitgesproken wanneer een Koning is geslagen, of het duidelijk is dat de Koning geen andere keus heeft dan geslagen te worden. Dit kan gebeuren als hij niet kan ontsnappen aan zijn “schaak” status, zoals hierboven vermeld. Wanneer de Koning omsingeld is door zijn tegenstanders en nergens heen kan zonder geslagen te worden, is er sprake van schaakmat.

Opgelet: Een speler kan op elk moment opgeven als hij denkt dat alle hoop op een overwinning verloren is.

Stalemates en hoe ze ontstaan

Een patstelling treedt op als er geen “legale” zet voor de Koning is. De Koning is omringd door velden die elk in de aanvalslinie liggen, maar de Koning wordt niet daadwerkelijk aangevallen. De koning kan niet legaal verplaatst worden als hij daardoor aangevallen zou worden. Daarom eindigt het spel in remise, of een gelijkspel, een patstelling genoemd.

Een patstelling kan ook voorkomen als er slechts twee koningen op het bord over zijn, en geen andere stukken. Dit is een patstelling, ongeacht hun posities, omdat geen van beide koningen de ander schaakmat kan zetten.

Het begrijpen van deze drie termen tijdens je schaakpartij is uiterst belangrijk. Je wilt in staat zijn om elk van deze gebeurtenissen direct te herkennen tijdens het spelen. Je wilt ook weten wanneer je koning schaak staat en wat dat betekent, zodat je onmiddellijk kunt reageren indien mogelijk. Een goede voorbereiding op het schaakspel is de sleutel tot een succesvol spel. Door Candice Pardue.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.