Knikken (gebaar)

Verschillende culturen kennen aan dit gebaar verschillende betekenissen toe. Knikken om “ja” aan te geven is wijdverbreid en komt voor in een groot aantal verschillende culturele en linguïstische groepen. Gebieden waar knikken over het algemeen deze betekenis heeft, zijn onder meer het Indiase subcontinent (merk op dat het hoofdknikken daar ook instemming aanduidt), het Midden-Oosten, Zuidoost-Azië, het grootste deel van Europa (zie hieronder), Zuid-Amerika en Noord-Amerika. Knikken kan in sommige gebieden ook worden gebruikt als teken van erkenning of om respect te tonen. In Griekenland wordt het knikken met het hoofd naar beneden, dat “ja” betekent, vaak gecombineerd met het sluiten van de ogen tegelijkertijd. Dit knikken omvat gewoonlijk ook een zeer lichte, bijna onmerkbare, draai van het hoofd naar links (of naar rechts).

Een vroeg overzicht van knikken en andere gebaren was The Expression of the Emotions in Man and Animals, geschreven door Charles Darwin in 1872. Darwin schreef naar missionarissen in vele delen van de wereld en vroeg om informatie over lokale gebaren, en concludeerde dat knikken voor “ja” gebruikelijk was bij veel verschillende groepen.

Er zijn verschillende theorieën over waarom knikken zo vaak wordt gebruikt om acceptatie aan te geven. Een eenvoudige theorie is dat het een vorm van buigen is, waarmee wordt aangegeven dat men bereid is te aanvaarden wat een ander zegt of vraagt. Er wordt ook beweerd dat baby’s, wanneer ze honger hebben, naar melk zoeken door hun hoofd verticaal te bewegen, maar melk weigeren door hun hoofd van links naar rechts te draaien.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.