Meer Borstvoeding Mythes

1. Een moeder die borstvoeding geeft, moet obsessief zijn over wat ze eet.
Niet waar! Een moeder die borstvoeding geeft, moet proberen om evenwichtig te eten, maar hoeft geen speciale voedingsmiddelen te eten of bepaalde voedingsmiddelen te vermijden. Een borstvoedende moeder hoeft geen melk te drinken om melk te maken. Een borstvoedende moeder hoeft geen gekruide voeding, knoflook, kool of alcohol te vermijden. Een moeder die borstvoeding geeft, moet een normaal, gezond dieet volgen. Er zijn situaties waarin iets wat de moeder eet invloed kan hebben op de baby, maar dit is ongebruikelijk. Meestal kunnen “koliek”, “gassigheid” en huilen verbeterd worden door de borstvoedingstechniek te veranderen, eerder dan door de voeding van de moeder te veranderen. (Handout #2 Koliek bij de borstgevoede baby).
2. Een borstvoedende moeder moet meer eten om genoeg melk te maken.
Niet waar! Vrouwen die zelfs een zeer laag calorisch dieet volgen, maken gewoonlijk voldoende melk aan, althans totdat de calorie-inname van de moeder gedurende langere tijd kritisch laag wordt. Over het algemeen krijgt de baby wat hij nodig heeft. Sommige vrouwen maken zich zorgen dat als ze een paar dagen slecht eten, dit ook invloed zal hebben op hun melk. Er is geen reden tot bezorgdheid. Dergelijke variaties hebben geen invloed op de melktoevoer of -kwaliteit. Er wordt vaak gezegd dat vrouwen 500 extra calorieën per dag moeten eten om borstvoeding te kunnen geven. Dit is niet waar. Sommige vrouwen eten inderdaad meer als ze borstvoeding geven, maar anderen niet, en sommigen eten zelfs minder, zonder dat dit schadelijk is voor de moeder of de baby of voor de melkvoorziening. De moeder moet evenwichtig eten, afhankelijk van haar eetlust. Regels over eten maken borstvoeding alleen maar onnodig ingewikkeld.
3. Een borstvoedende moeder moet veel vocht drinken.
Niet waar! De moeder moet drinken naar gelang haar dorst. Sommige moeders voelen dat ze voortdurend dorst hebben, maar vele anderen drinken niet meer dan gewoonlijk. Het lichaam van de moeder weet of ze meer vocht nodig heeft, en vertelt het haar door haar dorst te laten voelen. Geloof niet dat je minstens een bepaald aantal glazen per dag moet drinken. Regels over drinken maken borstvoeding alleen maar onnodig ingewikkeld.
4. Een moeder die rookt, kan beter geen borstvoeding geven.
Niet waar! Een moeder die niet kan stoppen met roken moet borstvoeding geven. Het is aangetoond dat borstvoeding de negatieve effecten van sigarettenrook op bijvoorbeeld de longen van de baby vermindert. Borstvoeding geeft grote voordelen voor de gezondheid van zowel moeder als baby. Het zou beter zijn als de moeder niet rookt, maar als zij niet kan stoppen of minderen, dan is het beter dat zij rookt en borstvoeding geeft dan dat zij rookt en flesvoeding geeft.
5. Een moeder mag geen alcohol drinken tijdens de borstvoeding.
Niet waar! Een redelijk gebruik van alcohol moet helemaal niet ontmoedigd worden. Zoals met de meeste drugs het geval is, komt er maar heel weinig alcohol in de melk terecht. De moeder kan wat alcohol innemen en doorgaan met borstvoeding geven zoals ze normaal doet. Alcohol verbieden is een andere manier waarop we het leven van zogende moeders onnodig beperkend maken.
6. Een moeder die bloedt uit haar tepels mag geen borstvoeding geven.
Niet waar! Hoewel bloed de baby meer laat spugen en het bloed zelfs in de stoelgang kan verschijnen, is dit geen reden om de baby geen borstvoeding meer te geven. Pijnlijke tepels die bloeden zijn niet erger dan tepels die pijnlijk zijn en niet bloeden. Het is de pijn die de moeder heeft die het probleem vormt. Deze tepelpijn kan vaak aanzienlijk worden verholpen. Zoek hulp. (Handout #3 Pijnlijke tepels). Soms hebben moeders een bloeding uit de tepels die duidelijk van binnenuit de borst komt en meestal niet gepaard gaat met pijn. Dit komt vaak voor in de eerste dagen na de geboorte en is binnen een paar dagen over. De moeder moet borstvoeding geven! Als het bloeden niet snel stopt, moet de oorzaak van het probleem worden onderzocht, maar de moeder moet borstvoeding blijven geven.
7. Een vrouw die een borstvergrotende operatie heeft ondergaan, kan geen borstvoeding geven.
Niet waar! De meesten doen het heel goed. Er is geen bewijs dat borstvoeding met siliconenimplantaten schadelijk is voor de baby. Af en toe wordt deze operatie via de tepelhof gedaan. Deze vrouwen hebben problemen met de melktoevoer, net als elke vrouw bij wie een incisie rond de areolaire lijn is gemaakt.
8. Een vrouw die een borstverkleining heeft ondergaan, kan geen borstvoeding geven.
Niet waar! Een borstverkleining vermindert weliswaar de melkproductiecapaciteit van de moeder, maar aangezien veel moeders meer dan voldoende melk produceren, slagen moeders die een borstverkleining hebben ondergaan er soms heel goed in om uitsluitend borstvoeding te geven. In een dergelijke situatie moet het opzetten van de borstvoeding gebeuren met bijzondere aandacht voor de principes vermeld in de handout #1 Borstvoeding-Start Goed. Als de moeder echter niet genoeg lijkt te produceren, kan zij nog steeds borstvoeding geven, aangevuld met een lactatiehulpmiddel (zodat kunsttepels de borstvoeding niet verstoren).
9. Premature baby’s moeten eerst flesjes leren slikken voordat ze borstvoeding kunnen gaan geven.
Niet waar! Premature baby’s hebben minder stress van borstvoeding dan van flesvoeding. Een baby van 1200 gram en zelfs kleiner kan aan de borst beginnen zodra hij stabiel is, hoewel hij misschien pas na enkele weken zal aanleggen. Toch leert hij en wordt hij vastgehouden, wat belangrijk is voor zijn welzijn en dat van zijn moeder. Gewicht of zwangerschapsduur zijn niet zo belangrijk als de zuigbereidheid van de baby, die wordt bepaald door de zuigbewegingen die hij maakt. Er is niet meer reden om zuigflessen te geven aan premature baby’s dan aan voldragen baby’s. Als bijvoeding echt nodig is, zijn er manieren om bij te voeden zonder kunstmatige tepels te gebruiken.
10. Baby’s met een gespleten lip en/of gehemelte kunnen geen borstvoeding krijgen.
Niet waar! Sommige doen het heel goed. Baby’s met alleen een gespleten lip redden het meestal prima. Maar veel baby’s kunnen inderdaad niet aan de borst komen. Het lijdt echter geen twijfel dat als borstvoeding niet wordt geprobeerd, het niet zal lukken. Het vermogen van de baby om borstvoeding te geven, lijkt niet altijd af te hangen van de ernst van de spleet. Borstvoeding moet zoveel mogelijk op gang gebracht worden volgens de principes van het op gang brengen van de borstvoeding. (Handout #1 Borstvoeding-Goed Beginnen). Als flessen worden gegeven, ondermijnt dit het vermogen van de baby om borstvoeding te geven. Als de baby gevoed moet worden, maar niet goed aanslaat, kan en moet een beker worden gebruikt in plaats van een fles. Vingervoeding is soms succesvol bij baby’s met een gespleten lip/gehemelte, maar meestal niet.
11. Vrouwen met kleine borsten produceren minder melk dan vrouwen met grote borsten.
Nonsense!
12. Borstvoeding geeft geen enkele bescherming tegen zwanger worden.
Niet waar! Het is geen onfeilbare methode, maar dat is geen enkele methode. In feite is borstvoeding geen slechte methode om kinderen te spreiden, en geeft het een betrouwbare bescherming, vooral gedurende de eerste 6 maanden na de geboorte. Maar het is alleen betrouwbaar als de borstvoeding exclusief is, als de voedingen vrij frequent zijn (ten minste 6-8 keer per 24 uur), als er geen lange perioden zijn waarin de baby niet eet en als de moeder na de bevalling nog geen normale menstruatie heeft gehad. Na de eerste zes maanden is de bescherming minder, maar nog steeds aanwezig, en gemiddeld krijgen vrouwen die borstvoeding geven tot in het tweede levensjaar om de 2 à 3 jaar een baby, zelfs zonder enige kunstmatige anticonceptiemethode.
13. Vrouwen die borstvoeding geven kunnen geen anticonceptiepil slikken.
Niet waar! Het gaat niet om de blootstelling aan vrouwelijke hormonen, waaraan de baby toch al wordt blootgesteld via de borstvoeding. De baby krijgt maar een heel klein beetje meer van de pil. Sommige vrouwen die de pil slikken, zelfs de minipil, merken echter dat hun melktoevoer afneemt. Oestrogeen in de pil vermindert de melktoevoer. Omdat veel vrouwen meer dan genoeg produceren, is dit vaak niet erg, maar soms wel en wordt de baby kieskeurig en is hij niet tevreden met borstvoeding. Baby’s reageren op de snelheid van de melkstroom, niet op wat er “in de borst” zit, zodat zelfs een zeer goede melkstroom de baby die een snellere melkstroom gewend is, kieskeurig kan maken. Stoppen met de pil brengt de situatie vaak weer terug naar normaal. Indien mogelijk moeten vrouwen die borstvoeding geven de pil vermijden tot de baby andere voeding krijgt (gewoonlijk 4-6 maanden oud). Zelfs als de baby ouder is, kan de melktoevoer aanzienlijk afnemen. Als de pil toch moet worden gebruikt, verdient het de voorkeur de progestinepil (zonder oestrogeen) te gebruiken.
14. Borstgevoede baby’s hebben na 6 maanden andere soorten melk nodig.
Niet waar! Moedermelk geeft de baby alles wat er in andere melksoorten zit en meer. Baby’s ouder dan 6 maanden moeten beginnen met vaste voeding, vooral om te leren eten en om een andere bron van ijzer te krijgen, die met 7-9 maanden niet meer in voldoende hoeveelheden wordt geleverd door moedermelk alleen. Koemelk of flesvoeding zijn dus niet nodig zolang de baby borstvoeding krijgt. Als de moeder echter na 6 maanden melk wil geven, is er geen reden waarom de baby geen koemelk zou kunnen krijgen, zolang de baby nog een paar keer per dag borstvoeding krijgt en daarnaast een grote verscheidenheid aan vaste voeding in meer dan minimale hoeveelheden. De meeste baby’s ouder dan 6 maanden die nog nooit flesvoeding hebben gehad, zullen het niet accepteren, vanwege de smaak.

Over de auteur:
JACK NEWMAN, MD, FRCPC is kinderarts, afgestudeerd aan de medische faculteit van de Universiteit van Toronto. Hij begon de eerste borstvoedingskliniek in Canada in een ziekenhuis in 1984. Hij is adviseur geweest bij UNICEF voor het Baby Friendly Hospital Initiative in Afrika. Dr. Newman heeft als arts gewerkt in Canada, Nieuw Zeeland en Zuid Afrika.
Mag gekopieerd en verspreid worden zonder verdere toestemming.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.