Mislukte Tubal Occlusion: Implications of the CREST Study on Reducing the Risk

Abstract and Introduction

Abstract

Door gegevens uit de US Collaborative Review of Sterilization (CREST) studie hebben we geleerd dat het 10-jaars cumulatieve faalpercentage van sterilisatie door afsluiting van de eileiders veel hoger is dan oorspronkelijk gedacht. De kleine, vroegere studies meldden mislukkingspercentages van 3 tot 4 per 1000 procedures, maar zij volgden de vrouwen vaak slechts 2 jaar na de ingreep. Wanneer zich in deze periode zwangerschappen voordeden, was de operatieve veronderstelling dat deze mislukkingen te wijten waren aan onvolledige occlusie. In de meeste rapporten is niet ingegaan op de mogelijkheid van recanalisatie die tot mislukkingen leidt. De bevindingen van CREST suggereren echter dat het percentage mislukkingen dichter bij 18 per 1000 ligt, afhankelijk van de gebruikte occlusiemethode en de kenmerken van de patiënt. Deze studie werpt ook licht op de factoren die het risico van ectopische zwangerschap na sterilisatieprocedures verhogen. Deze nieuwe lange-termijngegevens geven aan dat alle zorgverleners moeten weten dat zwangerschap, inclusief ectopische zwangerschap, kan optreden bij vrouwen met een voorgeschiedenis van afsluiting van een eileider voor sterilisatie, vooral vele jaren na de oorspronkelijke procedure.

Inleiding

Sterilisatie is nu de meest gebruikte methode van gezinsplanning in de wereld. In 1990 maakten ongeveer 191 miljoen gehuwde vrouwen in de vruchtbare leeftijd gebruik van sterilisatie (van henzelf of van hun partner) voor permanente contraceptie. Dit aantal vertegenwoordigt 22% van de gehuwde vrouwen in de vruchtbare leeftijd in de ontwikkelingslanden en 11% in de ontwikkelde landen. In de VS is sterilisatie de meest gebruikte anticonceptiemethode onder gehuwde paren geworden. Sterilisatie is een aantrekkelijke optie omdat zij over het algemeen veilig en doeltreffend is en gemakkelijk kan worden uitgevoerd bij zowel mannen als vrouwen. Als resultaat van de US Collaborative Review of Sterilization (CREST) studie zijn er nu lange-termijn follow-up gegevens beschikbaar van traditionele occlusiemethoden voor sterilisatie bij vrouwen (Figs. 1A-1E). Uit deze bevindingen blijkt dat alle methoden voor het afsluiten van de eileiders op korte termijn zeer doeltreffend zijn; het cumulatieve mislukkingspercentage op lange termijn en het percentage ectopische zwangerschappen zijn echter hoger dan verwacht. Als gevolg van deze nieuwe informatie moet meer aandacht worden besteed aan het uitsluiten van zwangerschap, inclusief ectopische zwangerschap, bij de evaluatie van de poststerilisatiepatiënt met gemiste menstruatie, pijn of onregelmatig bloedverlies. Bovendien hebben deze bevindingen implicaties voor de evaluatie, counseling en selectie van patiënten voorafgaand aan sterilisatie, alsmede bij de keuze welke sterilisatiemethode het beste is voor elke patiënt.

Figuur 1A. Afsluiting met gedeeltelijke salpingectomie: De eileiders worden afgebonden met hechtmateriaal en doorgesneden. De gemodificeerde Pomeroy-methode, die vaak wordt gebruikt, houdt in dat een kleine lus van de eileider wordt afgebonden en vervolgens het bovenste segment van de lus wordt afgesneden. In de Verenigde Staten wordt ligatie met gedeeltelijke salpingectomie het vaakst toegepast wanneer sterilisatieprocedures postpartum worden uitgevoerd. De procedure wordt uitgevoerd via een abdominale incisie.

Figuur 1B. Unipolaire coagulatie: Elektrische stroom wordt gebruikt om eileiders te blokkeren. Door de grote schade aan de eileiders is unipolaire coagulatie moeilijk ongedaan te maken. Deze methode kan via de laparoscoop worden uitgevoerd.
Bipolaire Coagulatie: Elektrische stroom wordt gebruikt om de eileiders te blokkeren. Deze methode veroorzaakt gewoonlijk minder schade aan de eileiders dan unipolaire coagulatie, maar deze eigenschap kan leiden tot een lagere effectiviteit van de methode. Bipolaire coagulatie kan worden uitgevoerd via de laparoscoop.

Figuur 1C. Siliconenbanden: Een kleine, ronde elastische band wordt uitgerekt en over een lus van de eileider geschoven. Met een speciale applicator brengt de chirurg de banden aan via een laparoscoop of een incisie in de buik. Aangezien de schade aan de eileiders minimaal is, is de kans op terugdraaiing bij deze methode groter dan bij andere occlusietechnieken.

Afbeeldingen 1D. Veerklemmen: De clip wordt over elke eileider bevestigd. In de VS is de Hulka-clip het meest gebruikt.

Figuur 1E. De FDA heeft onlangs de Filschie-clip goedgekeurd, die in Europa op grote schaal en doeltreffend wordt gebruikt. Met een speciale applicator brengt de chirurg clips aan via een laparoscoop of een incisie in de buik. De kans dat deze methode wordt teruggedraaid is groot, omdat de clip de slangen het minst beschadigt.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.