Mitochondriën zijn de energiefabriekjes van de cellen. De energievaluta voor het werk dat de dieren moeten doen, is het energierijke molecuul adenosinetrifosfaat (ATP). Het ATP wordt in de mitochondriën geproduceerd met behulp van energie die is opgeslagen in voedsel. Net zoals de chloroplasten in planten fungeren als suikerfabrieken voor de aanvoer van geordende moleculen naar de plant, fungeren de mitochondriën in dieren en planten voor de productie van de geordende ATP-moleculen als energievoorziening voor de levensprocessen.

Een typische dierlijke cel heeft zo’n 1000 tot 2000 mitochondriën. De cel zal dus veel structuren hebben die in staat zijn een grote hoeveelheid beschikbare energie te produceren. Deze ATP-productie door de mitochondriën vindt plaats door middel van het ademhalingsproces, dat in essentie het gebruik van zuurstof is in een proces waarbij energie wordt gegenereerd. Dit is een zeer efficiënt proces voor het gebruik van voedselenergie om ATP te maken. Een van de voordelen van “aërobe oefening” is dat het het vermogen van uw lichaam om snel ATP te maken met behulp van het ademhalingsproces verbetert.

Alle levende cellen boven het niveau van microben hebben mitochondriën. Haarcellen en uitwendige huidcellen zijn dode cellen en produceren niet langer actief ATP, maar alle cellen hebben dezelfde structuur. Sommige cellen hebben meer mitochondriën dan andere. Spiercellen hebben veel mitochondriën, waardoor ze snel kunnen reageren op de behoefte om arbeid te verrichten. Mitochondriën nemen volgens Karp 15 tot 20 procent van de levercellen van zoogdieren in beslag.