SALAT UL JANAZAH (GEBED VOOR DE OVERledene)

Algemeen

Salat ul Janazah is een Fard Kifayah, en de procedure en details ervan volgen de sunnah van de Heilige Profeet (pbuh). Het wordt sterk aanbevolen dat zoveel mogelijk leden van de moslimgemeenschap zich bij de begrafenisstoet en Salat ul Janazah aansluiten:
Abu Hurayrah (ra) rapporteerde dat Allah’s Boodschapper (pbuh) zei:

” Een moslim heeft vijf rechten op andere moslims: het beantwoorden van zijn Salam, het beantwoorden van zijn uitnodiging (tot voedsel), het maken van Tashmeet wanneer hij niest, het bezoeken van hem wanneer hij ziek is, en het volgen van zijn Janazah wanneer hij sterft.”
(Bukhari en Muslim).

Het volgende beschrijft deze Salat in het kort:

(1) Er is geen Azan of Iqamah voor Salat ul Janazah die wordt aangeboden met de deelnemers staand en met het lichaam van de overledene geplaatst in de voorkant van hen. Er zijn geen Rukus of Sujud die verricht moeten worden in Salat ul Janazah.
(2) Het verdient de voorkeur dat degenen die Salat ul Janazah aanbieden een oneven aantal rijen vormen met de Imam die vooraan staat met het gezicht naar het lichaam van de overledene. Hij dient op één lijn te staan met het hoofd van een mannelijke overledene en met het middenrif van een vrouwelijke overledene.
(3) In het geval van meerdere overledenen, dienen de lichamen in een rij te worden geplaatst met die van de mannen het dichtst bij de Imam.
(4) Als Salat ul Janazah in de open lucht wordt aangeboden, is het niet nodig voor de deelnemers om hun schoenen uit te trekken, zolang zij zichtbaar schoon zijn.
(5) De overledene en degenen die de Salat aanbieden moeten Moslims zijn, en het lichaam van de overledene en degenen die de Salat aanbieden moeten in een staat van ceremoniële reinheid (Wudu of Ghusl) zijn.

Noten

(i) Het is niet verplicht om Salat ul Janazah te offeren voor kinderen die overlijden voordat zij de leeftijd van puberteit hebben bereikt, zoals blijkt uit de volgende hadith: Aishah (ra) berichtte: ” Ibraheem (ra), de zoon van de Profeet (pbuh), stierf toen hij achttien maanden oud was, en Allah’s Boodschapper (pbuh) bad (Janazah) niet voor hem.” (Ahmad en Abu Daud).
Het is echter wel toegestaan om Salat ul Janazah te bieden voor een kind, inclusief een foetus die een miskraam heeft gehad. Een Hadith opgetekend door Imam Ahmad rapporteert dat de Heilige Profeet (pbuh) zei dat: “…Wat een foetus betreft, het (Janazah) gebed kan ervoor worden verricht, en Dua zou worden gemaakt dat zijn ouders vergiffenis en barmhartigheid wordt geschonken.”

(ii) Salat ul Janazah moet zelfs worden aangeboden voor een moslim die schuldig is aan het negeren van de leringen van de Islam (b.v. Salat, Zakat, verbod van alcohol en Zina enz.). Echter, gerespecteerde leiders van de gemeenschap dienen zich te onthouden van deelname aan de Salat ul Janazah als een demonstratie van hun afkeuring van het gedrag van de overledene en als een vermaning voor anderen. Dit is volledig in overeenstemming met de Soennah van de Heilige Profeet (pbuh).

Salat ul Janazah al Gha’ib

Het is aanvaardbaar om Salat ul Janazah aan te bieden voor iemand die mogelijk is overleden in een ander land waar moslims mogelijk niet in staat zijn geweest om de salaat voor de overledene te verrichten om welke reden dan ook. De toestemming is gebaseerd op het feit dat de Heilige Profeet (pbuh) zelf Salat ul Janazah al Gha’ib in Madinah aanbood voor an-Najashi, de heerser van Abessinië.
De beroemde islamitische geleerde Imam Ibn ul Qayyim heeft over deze kwestie als volgt gereageerd:
“Het was geen onderdeel van de leiding en Soennah van de Profeet (pbuh) om (Janazah) te bidden voor iedereen die ver weg stierf. Grote aantallen moslims stierven in de verte, maar hij bad niet voor hen. Aan de andere kant, het is authentiek gerapporteerd dat hij Janazah bad voor an-Najashi. Hieruit vloeien drie meningen voort:
(1) Dit verschaft een Soennah en toestemming voor de Moslim ummah (d.w.z., gemeenschap) om te bidden voor iedereen die veraf sterft. Dit is de mening van ash-Shafi’i en Ahmad.
(2) Dit is een speciaal geval dat alleen op hem (pbuh) van toepassing is, en op niemand anders. Dit is de mening van Abu Hanifah en Malik.
(3) De juiste mening: Als het Janazah-gebed niet verricht wordt voor een overledene in het land waar hij gestorven is, dan is het toegestaan om Salat ul Gha’ib voor hem te bidden, zoals de Profeet (pbuh) voor an-Najashi bad, omdat het gebed niet voor hem verricht werd, omdat hij onder de ongelovigen gestorven was. Maar als het gebed verricht wordt voor een overledene in het land waar hij gestorven is, mag Salat ul Gha’ib niet voor hem verricht worden, omdat daarmee aan de verplichting voldaan is. De Profeet (pboeh) bad voor de afwezige (an-Najashi) en liet het achterwege (voor alle andere afwezigen); zowel zijn doen als zijn nalaten zijn Soennahs (die moeten worden gevolgd). Allah weet het het beste.”

Procedure voor Salat ul Janazah

Het volgende is een korte beschrijving van Salat ul Janazah:
(1) De Imam dient zijn handen op te heffen, de Takbeer te reciteren, en vervolgens zijn handen te binden zoals in alle andere Salats. Degenen die de Salat aanbieden moeten volgen, en dan in stilte Sana en Surat ul Fatihah reciteren.
(2) De Imam moet de Takbeer een tweede maal hoorbaar zeggen. Hij kan al dan niet zijn handen heffen terwijl hij dit doet. Anderen dienen te volgen, en vervolgens Ibraheemiyah in stilte te reciteren.
(3) De Imam dient de Takbeer een derde maal te reciteren terwijl anderen dienen te volgen. Dan moet iedereen in stilte Dua al Mayyah (een gebed voor Allah’s barmhartigheid om de overledene te bezoeken) aanbieden.
(4) De Imam moet de Takbeer een vierde keer reciteren zoals hierboven. Daarna moet iedereen in stilte bidden voor de moslimgemeenschap in het algemeen.
(5) Tenslotte moet de Imam Salam reciteren zoals in alle andere gebeden om Salat ul Janazah te voltooien. De Salam mag één keer alleen aan de rechterzijde worden gebeden, of één keer elk aan de rechterzijde en dan aan de linkerzijde zoals in alle andere gebeden.
Dit zou de Salat ul Janazah voltooien.