Volledig Beknopt

Hoofdstuk Inhoud

De veiligheid van hen die God tot hun toevlucht hebben. (1-8) Hun gunst bij Hem. (9-16)

Commentaar op Psalm 91:1-8

(Lees Psalm 91:1-8)

Hij die door geloof God tot zijn beschermer verkiest, zal in Hem alles vinden wat hij nodig heeft of kan verlangen. En zij die de troost hebben gevonden door de Heer tot hun toevlucht te maken, kunnen niet anders dan verlangen dat anderen dat ook doen. Het geestelijk leven wordt door Goddelijke genade beschermd tegen de verzoekingen van Satan, die zijn als de strikken van de vogelvanger, en tegen de besmetting van de zonde, die een verderfelijke pestilentie is. Grote veiligheid is beloofd aan gelovigen temidden van gevaar. Wijsheid zal hen behoeden zonder reden bang te zijn, en geloof zal hen behoeden onnodig bang te zijn. Wat er ook geschiedt, de wil van onze hemelse Vader geschiedt en wij hebben geen reden tot vrees. Gods volk zal niet alleen Gods beloften in vervulling zien gaan, maar ook zijn dreigementen. Laat zondaars dan tot de Here komen op Zijn verzoendeksel, door de naam van de Verlosser; en moedig anderen aan om ook op Hem te vertrouwen.

Commentaar op Psalm 91:9-16

(Lees Psalm 91:9-16)

Wat er ook gebeurt, niets zal de gelovige schaden; hoewel moeite en verdrukking hem overkomen, het zal komen, niet tot zijn kwaad, maar ten goede, hoewel het voor het ogenblik niet vreugdevol, maar smartelijk is. Zij, die God recht kennen, zullen hun liefde op Hem richten. Zij roepen Hem door gebed voortdurend aan. Zijn belofte is, dat Hij te zijner tijd de gelovige uit de benauwdheid zal verlossen, en intussen met hem in de benauwdheid zal zijn. De Heer zal al zijn wereldse zorgen beheren, en zijn leven op aarde in stand houden, zolang het goed voor hem zal zijn. Voor bemoediging in deze ziet hij op Jezus. Hij zal lang genoeg leven, totdat hij het werk heeft gedaan waarvoor hij in deze wereld is gezonden, en hij klaar is voor de hemel. Wie zou een dag langer willen leven dan dat God werk te doen heeft, hetzij door hem, hetzij over hem? Een man kan jong sterven en toch tevreden zijn met zijn leven. Maar een goddeloos mens is zelfs niet tevreden met een lang leven. Uiteindelijk eindigt het conflict van de gelovige; hij heeft voor altijd gedaan met moeite, zonde en verzoeking.