Richard Kuklinski

Richard Leonard “The Iceman” Kuklinski (11 april 1935 – 5 maart 2006) was een Pools-Amerikaanse crimineel, veroordeeld moordenaar en vermeend maffia-huurmoordenaar. Hij kreeg de bijnaam “the Iceman” nadat was vastgesteld dat hij een van zijn slachtoffers had bevroren in een poging om het tijdstip van overlijden te verhullen.

In 1988 werd Kuklinski veroordeeld voor de moord op twee leden van zijn inbrekersbende, en enkele andere kleine boeven met wie hij banden had. Terwijl hij in de gevangenis zat, gaf hij verschillende interviews die door HBO werden uitgezonden. Tijdens deze interviews beweerde Kuklinski honderden mensen te hebben vermoord (de aantallen die hij noemde varieerden van 100 tot meer dan 300). Hij beweerde ook te hebben gewerkt als huurmoordenaar voor de maffia. De meeste van Kuklinski’s beweringen zijn nooit hard gemaakt.

Philip Carlo’s lugubere en zwaar gesensationaliseerde biografie uit 2006 over Kuklinski Iceman: Confessions of a Mafia Contract Killer, bevat veel ongeverifieerde beweringen over Kuklinski als een productieve en veelgevraagde maffiamoordenaar. In het boek wordt onder meer beweerd dat Kuklinski Jimmy Hoffa vermoordde en hielp diens lichaam te dumpen; dat hij een van de huurmoordenaars was die Bonanno baas Carmine Galante vermoordde; dat hij deel uitmaakte van het team dat door John Gotti en Sammy Gravano was samengesteld om Gambino-baas Paul Castellano te vermoorden (Kuklinski zei meer bepaald dat hem was opgedragen Castellano’s chauffeur Tommy Billotti te vermoorden); en dat hij de beruchte Gambino-dwinger en huurmoordenaar Roy DeMeo heeft vermoord (Carlo trok deze bewering in het naschrift van een latere uitgave van het boek in). Aangezien Kuklinski nooit in verband werd gebracht met één van deze misdaden door de gekende deelnemers, informanten, ordehandhavers of maffia-onderzoekers, worden deze beweringen niet serieus genomen door maffia-historici en -aficionado’s.

In werkelijkheid is nooit bevestigd dat Kuklinski ook maar één hooggeplaatst lid van een maffiafamilie heeft gedood of een moord heeft gepleegd in opdracht van één van hen. Hij schittert ook door afwezigheid in bekende boeken over Roy DeMeo en zijn bende: hij werd niet één keer vermeld in Murder Machine van Gene Mustain en Jerry Capeci, of For the Sins of My Father van Albert DeMeo. Hij werd nooit vermeld door Sammy Gravano, wiens getuigenis tientallen gangsters en medeplichtigen beschuldigde toen hij informant werd. Een andere biografie van Philip Carlo, over Anthony ‘Gaspipe’ Casso, spreekt in feite de bewering in Iceman tegen dat Kuklinski Roy DeMeo doodde, door te stellen dat DeMeo’s dood een aanslag was in opdracht van Casso en uitgevoerd door Anthony Senter en Joey Testa. Kuklinski’s andere biograaf Anthony Bruno (Iceman: The True Story of a Cold-Blooded Killer), zei dat hij veel van Kuklinski’s verhalen niet geloofde en dat hij degenen die hij niet kon verifiëren, zoals Hoffa, Castellano enz. wegliet.

Drie documentaires en een speelfilm (met Michael Shannon als Kuklinski in de hoofdrol) zijn ook geproduceerd over Kuklinski, gebaseerd op zijn interviews en de resultaten van de task force die Kuklinski voor het gerecht bracht.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.