Sheitel

In 2004 was er een zekere controverse over sheitels van natuurlijk haar die in India waren gekocht. Men ontdekte dat het haar dat voor de productie van deze pruiken werd gebruikt, afkomstig was uit een hindoetempel. Volgens de Joodse wet mag men geen voordeel halen uit iets dat gebruikt is in wat het Jodendom als afgoderij beschouwt. De controverse eindigde toen duidelijk werd dat het haar noch werd aanbeden, noch als offer aan de godheid werd aangeboden, maar werd afgeschoren als een ritueel van zuivering, waardoor het niet onder de categorie van verboden voorwerpen viel.

Vandaag de dag zijn veel pruiken die door Joodse vrouwen worden gebruikt, voorzien van een hechsher (koosjer certificaat), waarmee wordt aangegeven dat zij niet zijn gemaakt van haar dat afkomstig is van rituelen die als afgodisch worden beschouwd.

In veel chassidische groepen worden sheitels vermeden, omdat zij de indruk kunnen wekken dat het hoofd van de draagster onbedekt is. In andere chassidische groepen dragen vrouwen een soort bedekking over de sheitel om deze misvatting te vermijden, bijvoorbeeld een sjaal of een hoed. Getrouwde Sefardische en Nationaal Religieuze vrouwen dragen geen pruik, omdat hun rabbijnen van mening zijn dat pruiken onvoldoende bescheiden zijn, en dat andere hoofdbedekkingen, zoals een sjaal (tichel), een snood, een baret, of een hoed, meer geschikt zijn. In schril contrast hiermee, moedigde de Chabad rebbe, Menachem Mendel Schneerson, alle getrouwde Joodse vrouwen aan om sheitels te dragen, ook al zien we dat hij in Torat Menachem schrijft dat in feite, “als ze haar haar kan bedekken met een sjaal, het zeker goed is als ze dat zou doen, maar in werkelijkheid weten we dat dit niet gebeurt.”

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.