Soorten onderwijsstelsels

De term “onderwijsstelsel” omvat alle instellingen die zich bezighouden met het onderwijs aan kinderen, jongeren en volwassenen, met name peuter- en kleuterscholen, lagere scholen, lagere middelbare scholen, middelbare scholen voor beroepsonderwijs, middelbare scholen voor algemeen vormend onderwijs of gymnasium/grammatica/lyceum, middelbare scholen, scholen voor beroepsonderwijs, en op tertiair niveau polytechnische scholen/Fachhochschule, universiteiten en ook instellingen voor volwassenenonderwijs zoals centra voor volwassenenonderwijs.

De structuur van het onderwijsstelsel varieert van land tot land en soms ook binnen een land in verschillende regio’s/staten (b.v. in Duitsland). Specifieke verschillen betreffen de vraag of en wanneer jongeren/kinderen worden gescheiden en geselecteerd om naar verschillende scholen te gaan. De scheiding in één of meer schooltypes kan een feit zijn direct na vier jaar school of na de lagere school, en in sommige systemen zijn de mogelijkheden al heel vroeg open om aan het eind van elk schooltype in verschillende trajecten verder te gaan. In sommige systemen is de scholing uitgebreider, althans tijdens de eerste negen jaar. Hoewel de verschillende onderwijsstelsels verschillen naargelang het gaat om selectief of uitgebreid onderwijs, kunnen alle stelsels volgens de International Standards Classification of Education (ISCED) worden ingedeeld in specifieke niveaus in termen van formeel en niet-formeel onderwijs: Voorschools onderwijs (niveau 0), Primair onderwijs (niveau 1), Lager secundair onderwijs (niveau 2), Hoger secundair onderwijs (niveau 3), Postsecundair niet-tertiair onderwijs (niveau 4), Kort cyclisch tertiair onderwijs (niveau 5), Bachelor of gelijkwaardig (niveau 6), Master of gelijkwaardig (niveau 7), Doctoraal of gelijkwaardig (niveau 8), en Niet elders geclassificeerd (niveau 9) (UNESCO UIS 2011). In dit YOUNG_ADULLLT – onderzoek doen we specifiek onderzoek naar jongvolwassenen in de leeftijd van 18 tot 29 jaar, zodat de formele en niet-formele onderwijsinstellingen en organisaties die zich met deze leeftijdsgroep bezighouden zich meestal op secundair en tertiair niveau bevinden, evenals op het niveau van volwasseneneducatie, wat betekent dat de ISCED-niveaus 3, 4, 5 en 9 van bijzonder belang zijn in termen van overgangen van school naar werk of beroepsopleiding, respectievelijk van school naar voortgezet onderwijs, waarbij deze overgangspunten worden beschouwd als situaties van verhoogde structurele kwetsbaarheid. Aldus wordt afbreuk gedaan aan de opvatting van onderwijs “systemen” als een goed geïntegreerd geheel dat de leerlingen erdoorheen loodst.

De categorisering van het type onderwijssysteem volgens stratificatie en standaardisatie kan gaan zoals Jutta Allmendinger het voorstelt (nationale voorbeelden uit EU GOETE- en YOUNG_ADULLLT-onderzoek). Deze toeschrijvingen moeten echter als beoordelingen worden beschouwd.

Tabel 1. Indeling van de landen in categorieën; gebaseerd op Allmendinger (1989).

De structuur van de onderwijssystemen verschilt ook door het bestuur en de eigendom van het schoolsysteem; er zijn volledig openbare tamelijk monolithische systemen en dan ook nog gesegmenteerde systemen met ook particuliere scholen. In dit project wordt onderzoek gedaan naar de situatie van jongvolwassenen en verschillend (LLL) onderwijsbeleid vanuit een nationaal, in termen van functionele regio, en internationaal (vergelijkend) perspectief. Gebaseerd op de categorisering van Allmendinger is het belangrijk om te begrijpen hoe de verschillende onderwijssystemen voorzien in noodzakelijke certificaten en/of vaardigheden om jongvolwassenen in staat te stellen de arbeidsmarkt te betreden, of dit nu meer gebonden is aan certificaten of training-on-the-job, waardoor de invloed van het respectievelijke type onderwijssysteem wordt weergegeven.

(Risto Rinne & Anne Weiler)

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.