Hi Jolly en zijn bruid, Gertrudis Serna. Zij weigerde hem terug te nemen na zijn tien jaar lange verdwijning in het vooruitzicht.
In 1855 kwam de Amerikaanse minister van Oorlog, Jefferson Davis, op het idee om kamelen voor militaire doeleinden te gebruiken in Arizona. Het idee was logisch, gezien de hitte en het terrein van de Arizona woestijn, en in de volgende twee jaar werden zo’n 77 kamelen en 6 begeleiders in het Westen ingevoerd.
Hoewel een eerste expeditie met de helft van die kamelen onder leiding van Edward Fitzgerald Beale door Zuid-Californië als een succes werd beschouwd, bleek het experiment een regelrechte ramp te zijn. De kamelen konden niet opschieten met de paarden en muilezels op de tocht; de begeleiders hadden moeite om betaald te krijgen en drie van hen eisten naar huis te gaan naar Syrië; de bedrijven die muilezels leverden aan het leger waren, niet verrassend, zeer luidruchtig in hun verzet tegen het experiment; ondanks hun woestijn omgeving, leden de kamelen met stenen en geitenkoppen in hun hoeven. Maar de definitieve doodsteek voor de US Camel Cavalry was de Burgeroorlog. De meeste kamelen werden in Camp Verde gehouden en toen dat door de Geconfedereerde troepen in beslag werd genomen, mochten de dieren wegzwerven.
De bekendste van de kameelhandelaars was een Turks-Griekse moslim genaamd Hadji Ali, die, toen soldaten moeite hadden met zijn naam, bekend werd als Hi Jolly. Na de mislukking van het kamelenexperiment, hield Hi Jolly een paar dieren om een wagen te trekken terwijl hij het als goudzoeker probeerde. Hij keerde later terug naar het leger als ezelhandelaar waar hij tot 1886 werkte, maar de lokroep van goud (of zilver of koper) was te groot en in 1889, met de paar kamelen die hij nog had, verliet hij zijn familie en keerde terug naar de woestijn als goudzoeker. Tien jaar later, toen zijn gezondheid afnam, kwam hij terug naar Tucson en smeekte zijn vrouw om hem terug te nemen. De laatste jaren van zijn leven woonde hij in Quartzsite, Arizona, en in 1934, 32 jaar na zijn dood, werd op zijn graf een piramide-monument met daarop een kameel geplaatst in opdracht van de Arizona State Highway department, een uitgebreidere versie van de houten piramide die zijn vrienden na zijn dood voor hem hadden gebouwd.
En de kamelen? Sommige kamelen die uit Camp Verde waren vrijgelaten, werden door circussen en dierentuinen opgepakt, maar de losgelaten kamelen bleven nog jaren door Arizona zwerven. Kleine kuddes verspreidden zich naar Nevada, Californië en New Mexico. Volgens de legende stierf Hi Jolly tijdens de jacht op het legendarische ‘Rode Spook’, een rode kameel die een vrouw had doodgetrapt. Als dat zo is, was hij enkele jaren te laat – de Rode Spook was in 1898 doodgeschoten.
Hi Jolly’s gedenkteken in Quartzsite.