Tissue Edema and General Principles of Transcapillary Fluid Exchange

Edema verwijst naar de zwelling van een weefsel die het gevolg is van overmatige ophoping van vocht in het weefsel. Oedeem kan zeer plaatselijk zijn, zoals in een klein deel van de huid dat door een bijensteek is aangetast. Oedeem kan echter ook een heel ledemaat omvatten, specifieke organen zoals de longen (bijv. longoedeem) of het hele lichaam.

Algemene beginselen

Een lezing van 38 minuten over dit onderwerp (inclusief gelinkte pagina’s) kan worden bekeken door te klikken op Capillary Fluid Exchange.

Om te begrijpen hoe oedeem ontstaat, is het eerst nodig het concept van weefselcompartimenten uit te leggen. Er zijn twee primaire vloeistofcompartimenten in het lichaam waartussen vloeistof wordt uitgewisseld – de intravasculaire en extravasculaire compartimenten.Het intravasculaire compartiment bevat vloeistof (d.w.z. bloed) binnen de hartkamers en het vasculaire systeem van het lichaam. Het extravasculaire systeem is alles wat zich buiten het intravasculaire compartiment bevindt. Vloeistoffen en elektrolyten verplaatsen zich gemakkelijk tussen deze twee compartimenten. Het extravasculaire compartiment bestaat uit vele subcompartimenten, zoals de cellulaire, interstitiële en lymfatische subcompartimenten, en een gespecialiseerd systeem dat cerebrospinale vloeistof bevat in het centrale zenuwstelsel.

De beweging van vloeistof en bijbehorende opgeloste stoffen tussen compartimenten (meestal water, elektrolyten en opgeloste stoffen met een klein moleculair gewicht) wordt bepaald door fysische factoren zoals hydrostatische en oncotische krachten. Deze krachten zijn normaal gesproken zodanig in evenwicht dat het vloeistofvolume tussen de compartimenten relatief constant blijft. Als de fysische krachten of de barrières voor de vloeistofbeweging worden gewijzigd, kan het volume van de vloeistof in het ene compartiment toenemen en in het andere afnemen. In sommige gevallen neemt het totale vloeistofvolume in het lichaam toe, zodat zowel het intravasculaire als het extravasculaire compartiment in volume toenemen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer de nieren er niet in slagen voldoende natrium en water uit te scheiden.

Wanneer het vloeistofvolume in het interstitiële compartiment (de ruimte tussen de cellen en de bloedvaten) toeneemt, neemt dit compartiment in omvang toe, wat leidt tot zwelling van het weefsel (d.w.z. oedeem). Dit is wat er gebeurt wanneer een enkel verstuikt is en opzwelt. Wanneer overtollig vocht zich ophoopt in de peritoneale ruimte (ruimte tussen de buikwand en de organen), wordt dit “ascites” genoemd. Pulmonale stuwing, die kan optreden bij hartfalen als de linkeratriumdruk toeneemt en bloed zich in het pulmonale circuit ophoopt, veroorzaakt longoedeem.

Een model dat ons helpt te begrijpen wat oedeem veroorzaakt, ziet u hiernaast. Filtratie is de beweging van vloeistof uit het capillair en reabsorptie is de beweging van vloeistof terug in het capillair. In de meeste capillaire systemen van het lichaam is er een kleine netto filtratie (typisch ongeveer 1% van het plasma) van vloeistof van het intravasculaire naar het extravasculaire compartiment. Met andere woorden, de capillaire vochtfiltratie is groter dan de reabsorptie. Hierdoor zou zich na verloop van tijd vocht ophopen in het interstitium (d.w.z. oedeem veroorzaken), ware het niet dat het lymfestelsel overtollig vocht uit het interstitium verwijdert en terugvoert naar het intravasculaire compartiment. Er is dus sprake van een vochtbalans als:

Filtratie = Reabsorptie + Lymfestroom

Er kunnen zich echter omstandigheden voordoen waarin de netto capillaire filtratie groter is dan de capaciteit van de lymfevaten om het vocht af te voeren (d.w.z. netto filtratie > lymfestroom). Wanneer dit gebeurt, zwelt het interstitium op met vocht, waardoor het oedemateus wordt.

Factoren die oedeem veroorzaken

  • Verhoogde capillaire hydrostatische druk (zoals optreedt wanneer de veneuze druk verhoogd wordt door gravitatiekrachten, bij hartfalen of bij veneuze obstructie)
  • Verlaagde plasma oncotische druk (zoals optreedt bij hypoproteinemie tijdens ondervoeding)
  • Verhoogde capillaire permeabiliteit veroorzaakt door proinflammatoire mediatoren (bijv.g., histamine, bradykinine) of door beschadiging van de structurele integriteit van haarvaten zodat ze meer “lek” worden (zoals optreedt bij weefseltrauma, brandwonden en ernstige ontsteking)
  • Lymfatische obstructie (zoals optreedt bij filariasis of bij weefselletsel)

Preventie en behandeling van oedeem

De behandeling van oedeem bestaat uit het veranderen van een of meer van de fysische factoren die de vloeistofbeweging reguleren. Bij oedeem (longoedeem of systemisch oedeem) ten gevolge van hartfalen worden bijvoorbeeld diuretica gegeven om het bloedvolume en de veneuze druk te verminderen. Bij patiënten met hartfalen verlaagt een verbetering van de cardiale output door cardiostimulerende of vasodilaterende medicijnen de veneuze en capillaire druk, waardoor de filtratie afneemt en de reabsorptie van vocht in de weefsels wordt bevorderd (klik hier om te zien waarom een verhoging van de cardiale output de veneuze druk verlaagt). Als een patiënt last heeft van enkeloedeem, zal deze persoon worden geïnstrueerd zijn voeten zo veel mogelijk omhoog te houden (om de effecten van de zwaartekracht op de capillaire druk te verminderen), nauwsluitende elastische slangen te gebruiken (om de hydrostatische druk van het weefsel te verhogen), en mogelijk een diureticum voorgeschreven te krijgen om de vochtafvoer door de nieren te verbeteren.

Opgepast 02/04/2021

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.