varken Latijn (n.)

kinderlijke misvormde taal (er zijn veel verschillende versies), in 1889 (varken Latijn in dezelfde betekenis is geattesteerd in 1807).

De dieren spelen een vrij belangrijke rol in de naamgeving, aangezien het varken, de hond, de vlieg, de gans, de duif, het varken, allemaal namen geven, waarbij de heer Hog voorop loopt. Onder de namen nemen de Latijnen het voortouw, en Hog Latin voert de lijst aan, omdat het bijna evenveel talen vernoemd als alle andere namen samen. Naast Hog Latijn, is er Dog Latijn, Varken Latijn, Gans Latijn, en Bum Latijn. Dan zijn er nog Grieks, Peddlers’ French en Pigeon English. … Slechts weinigen kunnen een reden geven voor de naamgeving van de talen. In feite kan niemand volledig zeggen waar de grote meerderheid van de namen vandaan komt, want in de meeste gevallen van naamgeving geeft het volgende vrij goed de moeilijkheid weer: “Het is geboren voordat ik het was. Ik kan niet zeggen hoe jong ik was toen ik er voor het eerst van hoorde.”

Voor de taal zelf, vergelijk loucherbem, een 20c. Franse slang die lijkt op varkenslatijn, en die zijn naam ontleent aan de vorm van het woord boucher in die taal (waarvan wordt gezegd dat het is ontstaan onder de Parijse slagers).

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.