Waarom moet ik tiende geven?

Om deze belangrijke vraag te kunnen beantwoorden, is het nuttig om het bijbelse concept en doel van tiende in zowel het Oude Testament (OT) als het Nieuwe Testament (NT) te begrijpen.

Tiende in het Oude Testament

1. Tiende was in de eerste plaats een uiting van liefde, vreugde en dankbaarheid jegens God.

De vroegste verwijzing naar tiende in de Bijbel is te vinden in Genesis 14 waar Abram een koning genaamd Kedorlaomer achtervolgt om Lot te redden die gevangen was genomen. God geeft hen de overwinning en als een liefdevol teken van dankbaarheid aan God, “zegt vers 20 eenvoudig: “Toen gaf Abram hem een tiende van alles.” (Het woord Tithe betekent natuurlijk een tiende.)

2. Tiende was een herinnering aan het feit dat alles wat we hebben van God is, van wie we afhankelijk zijn.

In Genesis 28:22 had Abrahams kleinzoon, Jakob, een droom bij Bethel waarin God beloofde bij hem te zijn en hem een groot land en veel nakomelingen te geven (Genesis 28:13-15). Jakob antwoordt met een gelofte die eindigt met deze belofte: “Van alles wat je mij geeft, zal ik je een tiende geven.” ( Genesis 28:22, NIV) Voor Jakob lijkt de tiende een symbolische verklaring te zijn dat alles wat hij heeft van God was, van wie wij afhankelijk zijn.

3. Tiende was bedoeld om de vrees voor de Heer bij te brengen.

Om over te gaan naar de tijd van Mozes, werd tiende deel gemaakt van de wet die het volk van Israël bestuurde. In Deuteronomium 14 wordt enige instructie gegeven over hoe de tiende te geven en waar het voor dient:

Deut. 4:22 “Zorg ervoor dat u elk jaar een tiende opzij legt van alles wat uw akkers voortbrengen. 23 Eet de tienden van uw graan, nieuwe wijn en olijfolie, en de eerstgeborenen van uw kudden en schapen in de tegenwoordigheid van de Here, uw God, op de plaats die Hij zal uitkiezen als woning voor zijn Naam, opdat gij zult leren de Here, uw God, altijd te vereren.”

4) Tienden waren Gods voorgeschreven manier om bepaalde bedieningen te ondersteunen die Hij had verordend (Hier is de Levitische orde in het geding).

In Deuteronomium 14 lezen we dat de Levieten, die apart waren gezet voor speciale religieuze doeleinden (en priesterlijke taken), verspreid waren over de stammen van Israël zonder eigen land, gewassen of kudden. Zij moesten worden onderhouden door de tienden van de andere 11 stammen (v. 27).

Dit principe is vandaag de dag nog steeds waar: Tienden zijn nodig om onze plaatselijke kerk te ondersteunen – en de bedieningen die God heeft verordend.

5) Tienden erkenden en verzekerden Gods voorziening.

De passage in Deuteronomium sluit af met een belofte van zegen voor het volk als zij trouw zijn in deze daad van barmhartigheid jegens de mensen en dankbaarheid jegens God, “…zodat de Here, uw God, u zegent in al het werk van uw handen.” (Deut. 14: 29, NIV) De onderliggende waarheid hier is deze: God eert altijd mensen die tienden geven vanuit een goed hart van geloof.

Tienden in het Nieuwe Testament

Wanneer het gaat over tienden in het NT, is het een heel ander beeld. Hoewel Jezus de tiende voor Israël bevestigt, is het geen aandachtspunt in zijn onderwijs. Behalve het afwijzen van het legalistische misbruik van tiende (Mattheüs 23:23, Lucas 18:10-14), noemt Jezus het niet. Jezus concentreert zich in plaats daarvan op het belang van vrijgevig geven en op onze verantwoordelijkheid om goede rentmeesters te zijn, door het geld dat God ons toevertrouwt te gebruiken voor de doeleinden van Zijn Koninkrijk en Zijn glorie in de wereld (Matteüs 25:14-30). Jezus’ onderwijs over geven gaat verder dan de kwestie van het percentage.

Wat de leer van de apostel Paulus betreft, is het onduidelijk of hij de gemeenten al dan niet leerde tienden te geven toen hij hen stichtte, aangezien hij in geen van zijn brieven melding maakt van tienden. Maar, voortbouwend op wat Jezus onderwees, heeft Paulus veel te zeggen over geven. In Handelingen verwijst Paulus naar het onderwijs van Jezus: “Geven is zaliger dan ontvangen” (Handelingen 20). In zijn brieven aan de Korinthiërs benadrukt hij het belang van vrijwillig en blijmoedig geven in overeenstemming met (en zelfs boven) onze middelen (1 Korinthiërs 8:3; 2 Korinthiërs 9:7).

Met dit alles in gedachten, moeten we biddend overwegen of ons geven in overeenstemming is met de principes van Gods Woord. Wetende dat alles wat wij hebben een gave van God is (Psalm 24:1), is het teruggeven van een tiende van wat Hem al toebehoort aan het werk om Zijn koninkrijk op te bouwen en Zijn heerlijkheid uit te breiden, wel het minste wat wij kunnen doen als trouwe volgelingen van Christus. Mogen wij dus gewillig, blijmoedig en ruimhartig geven naar (en boven!) onze middelen voor het koninkrijk en de heerlijkheid van God.

Deze zondag bij SPBC

**Ga met ons mee naar onze online dienst elke zondag om 10 uur

Contacteer het kerkkantoor

Kantooruren*:
Let op: het kerkelijk bureau is gesloten, maar is tijdens kantooruren telefonisch of per e-mail bereikbaar:
Maandag t/m donderdag 9.00 – 14.00 uur

[email protected]
519-576-1100

Adres

31 Lorraine Avenue
Kitchener, ON

Klik hier voor een kaart

Zoals laden…

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.