Rick Watling, een meteoroloog van de National Oceanic and Atmospheric Administration, geeft deze verklaring.

Etmosferische gassen zoals stikstof en zuurstof kunnen in water oplossen. De hoeveelheid opgelost gas hangt af van de temperatuur van het water en de atmosferische druk op het grensvlak tussen lucht en water. Bij kouder water en een hogere druk kan meer gas oplossen; omgekeerd kan bij warmer water en een lagere druk minder gas oplossen.

Wanneer u een glas koud water uit uw kraan haalt en het laat opwarmen tot kamertemperatuur, komen stikstof en zuurstof langzaam uit de oplossing, waarbij zich kleine belletjes vormen en samensmelten op plaatsen van microscopisch kleine onvolkomenheden op het glas. Als de atmosferische druk daalt terwijl het water opwarmt, raakt het evenwicht tussen de gasmoleculen die het water verlaten en de gasmoleculen die zich bij het grensvlak tussen lucht en water voegen uit evenwicht en valt het uit in het voordeel van de gasmoleculen die het water verlaten, waardoor er nog meer gas uit de oplossing komt. Vandaar bubbels langs de binnenkant van uw waterglas.