Griekse Mythologie en Christendom
Griekse Mythologie en Christendom worden gezien als twee totaal verschillende geloofsovertuigingen, maar in feite zijn ze zeer vergelijkbaar. Griekse Mythologie, “is het geheel van mythen en leerstellingen die toebehoorden aan de oude Grieken, betreffende hun goden en helden, de aard van de wereld, en de oorsprong en betekenis van hun eigen cultus en rituele praktijken”. De oude Grieken geloofden sterk in meerdere goden en godinnen en dat zij elk een specifieke rol hadden. Poseidon bijvoorbeeld werd verondersteld de god van de zee te zijn en wordt afgebeeld met een drietand.
Het christendom daarentegen is een meer geaccepteerde godsdienst. Het draait om één centrale God en de Bijbel wordt gebruikt om de verhalen van God en zijn volgelingen te vertellen en vast te houden. Deze verhalen zijn misschien niet allemaal waar, maar net als de Griekse mythen worden ze gebruikt om een punt of moraal te bewijzen.
Zeus vs. God
In de Griekse Mythologie wordt Zeus afgebeeld als de heerser van de goden; de hoogste en machtigste heerser. Zeus kan gemakkelijk worden vergeleken met God in het Christelijk geloof. Zowel Zeus als God regeerden over de wereld en alles wat zich daarin bevond. Deze twee heersers werden, omdat zij zo machtig waren, zowel gevreesd als geliefd door hun volk. Zij hadden de macht om mensen te straffen voor onwettige daden en zij deden dat ook. Zeus gebruikte de kracht van zijn bliksemschicht en God kon zijn straf op de mens neerlaten in elke vorm, door middel van plagen en of overstromingen; zij konden onnatuurlijke gebeurtenissen laten plaatsvinden. Kenmerken zijn echter niet het enige wat deze twee aanbeden leiders bindt. De Griekse mythen over Zeus en de bijbelse verhalen over God lijken ook erg op elkaar.
Verhalen- Zeus vs. God
Er zijn veel Griekse mythen, net als er veel bijbelse verhalen zijn. In beide gevallen gaat het om verhalen als over de zoon van God en de zoon van Zeus en de scheppingsverhalen.
Scheppingsverhaal
Griekse Mythe:
In het begin was er slechts chaos, maar toen verscheen Erbes, de onkenbare plaats waar de dood woont, samen met de Nacht. Toen werd de Liefde geboren die orde in de chaos bracht. Uit de Liefde kwamen Licht en Dag voort. Toen er eenmaal Licht en Dag was verscheen de aarde, Gaea. Toen sliep Erbes met de Nacht die geboorte gaf aan Ether, het hemelse licht, en aan Dag het aardse licht. De Nacht bracht toen alleen Doom, Noodlot, Dood, Slaap, Dromen en andere voort die uit de duisternis tot de mens kwamen. Gaea bracht toen alleen Uranus voort, de hemelen. Uranus werd Gaea’s partner en samen brachten zij drie Cyclopen voort, de drie Hectaoncheires, en twaalf Titanen.
Bijbels verhaal:
“In den beginne, toen God het heelal schiep, was de aarde vormeloos en woest.”
Dag 1: God gebood: “Laat er licht zijn – en er verscheen licht”. Hij was verheugd en scheidde het licht van het donker. Hij noemde het licht “Dag” en de duisternis “Nacht”. De avond ging voorbij en de morgen kwam – dat was de eerste dag.
Dag 2: Toen gebood God: “Laat er een koepel zijn om het water te verdelen en het op twee afzonderlijke plaatsen te houden” – en het werd gedaan. Dus God maakte een koepel en het scheidde het water eronder van het water erboven. Hij noemde het de “hemel”. De avond ging voorbij en de morgen kwam – dat was de tweede dag
Dag 3: God gebood: “Laat het water onder de hemel samenkomen op één plaats, zodat het land verschijnt” – en het werd gedaan. Hij noemde het land “Aarde”, en het water de “Zee”. God was tevreden met wat hij zag. Toen gebood hij: “Laat de aarde allerlei planten voortbrengen, planten die graan dragen en planten die vruchten dragen” – en het geschiedde. De avond ging voorbij en de morgen kwam – dat was de derde dag.
Dag 4: Toen gebood God: “Laat lichten aan de hemel verschijnen om de dag van de nacht te scheiden en om de tijd aan te geven wanneer de dagen, de jaren en de godsdienstige feesten beginnen; zij zullen aan de hemel schijnen om licht aan de aarde te geven” – en het geschiedde. Hij plaatste de lichten aan de hemel om op de aarde te schijnen, om te heersen over de dag en de nacht, en om licht van duisternis te scheiden. God was tevreden. De avond ging voorbij en de morgen kwam – dat was de vierde dag.
Dag 5: God gebood: “Laat het water gevuld worden met vele soorten levende wezens, en laat de lucht gevuld worden met vogels.” Zo schiep God de grote zeemonsters, alle soorten wezens die in het water leven, en alle soorten vogels. God was verheugd en zegende hen allen en zei hen zich voort te planten. De avond ging voorbij en de morgen kwam – dat was de vijfde dag.
Dag 6: Toen gebood God: “Laat de aarde allerlei dieren voortbrengen: huisdieren en wilde dieren, grote en kleine” – en het geschiedde. Zo maakte God ze allemaal, en hij was tevreden. Toen zei God: “En nu zullen wij mensen maken; zij zullen zijn als wij en op ons lijken. Zij zullen macht hebben over de vissen, de vogels en alle dieren, zowel wilde als tamme, grote en kleine.” Zo schiep God de mensen en maakte hen zoals Hijzelf. Hij schiep hen mannelijk en vrouwelijk, zegende hen en zei: “Krijg veel kinderen, zodat jullie nakomelingen over de hele aarde zullen leven en haar onder controle zullen brengen. Ik geef jullie de leiding over de vissen, de vogels en alle wilde dieren.”- Het was gedaan en God was tevreden. De avond ging voorbij en de morgen kwam – dat was de zesde dag.
Dag 7: God nam deze dag als rustdag van zijn scheppingswerk. Hij nam deze dag om te kijken naar wat Hij had gedaan en het te bewonderen. Deze dag noemde hij de sabbatdag.