Zijn er soorten zeevruchten die moslims niet mogen eten?

Prezen zij Allah.

Tot de zegeningen die Allaah ons heeft geschonken, behoort het feit dat Hij onze godsdienst gemakkelijk voor ons heeft gemaakt en niet te moeilijk of ondraaglijk heeft gemaakt. Hij heeft ons vele dingen toegestaan die volgens eerder geopenbaarde wetten verboden waren. Allaah zegt (interpretatie van de betekenis): “…Allaah beoogt voor jullie gemak en Hij wil het jullie niet moeilijk maken…” .

Hiermee zijn alle soorten voedsel uit de zee toegestaan, of het nu planten of dieren zijn, levend of dood. Allaah zegt (interpretatie van de betekenis): “Toegestaan voor jullie is (het streven naar) waterwild en het gebruik ervan voor voedsel – ten bate van jullie zelf en degenen die reizen…” . Ibn ‘Abbaas heeft gezegd: ” Sayduhu (lit. jacht, achtervolging) verwijst naar wat er levend van wordt genomen, en ta’aamuhu (lit. zijn voedsel) verwijst naar wat er dood van wordt genomen.”

Er zijn een paar dingen – bepaalde soorten waterdieren – die sommige geleerden uitsluiten van de hierboven geschetste toestemming. Dit zijn:

Krokodillen. De juiste opvatting is dat het eten hiervan niet is toegestaan, omdat zij giftanden hebben en op het land leven – ook al kunnen zij veel tijd in het water doorbrengen – dus voorrang moet worden gegeven aan de reden om het te verbieden (het is een landdier dat giftanden heeft).

Kikkers. Het is niet toegestaan om ze te eten omdat de Profeet (vrede en zegeningen van Allaah zij met hem) het doden ervan verbood, zoals wordt gerapporteerd in de hadeeth van ‘Abd al-Rahmaan ibn ‘Uthmaan, die zei dat de Boodschapper van Allaah (vrede en zegeningen van Allaah zij met hem) het doden van kikkers verbood.

(Overgeleverd door Imaam Ahmad en Ibn Maajah; zie ook Saheeh al-Jaami, 6970). De regel is dat alles wat ons verboden is te doden, wij niet mogen eten; als wij het mogen eten, mogen wij het doden.

Sommige geleerden sluiten zeeslangen uit, maar de juiste opvatting is dat aangezien zij nergens anders leven dan in het water, het ons toegestaan is ze te eten, vanwege het algemene karakter van de aayah (interpretatie van de betekenis): “Toegestaan voor u is (de jacht op) waterwild en het gebruik daarvan als voedsel – ten bate van uzelf …” .

Otters en schildpadden. De juiste opvatting is, dat het voor alle zekerheid geoorloofd is ze te eten, nadat zij behoorlijk geslacht zijn, omdat zij zowel op het land als in de zee leven. Hier geldt de regel dat in het geval van dieren die zowel op het land als in de zee leven, de regels betreffende landdieren voorrang moeten krijgen, om aan de veilige kant te zijn, dus zij moeten op de juiste manier geslacht worden, behalve krabben die niet geslacht hoeven te worden, ook al leven zij zowel op het land als in de zee, omdat zij geen bloed hebben.

Alles wat schade kan veroorzaken is verboden als voedsel, zelfs als het uit de zee komt, want Allaah zegt (interpretatie van de betekenis): “…En doodt uzelf niet (noch doodt elkander). Voorwaar, Allaah is jullie Meest Barmhartig.” en: “… en werpt uzelf niet in het verderf…” .

(Zie al-Mughni, 11/83; Haashiyah al-Rawd, 7/430; Tafseer Ibn Katheer, 3/197; en Ahkaam al-At’imah van al-Fawzaan).

En Allaah weet het het beste.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.