De Vuurvogel, ballet van de Russische componist Igor Stravinsky, voor het eerst opgevoerd in Parijs op 25 juni 1910. Het was het eerste internationale succes in de carrière van de componist.

Hoewel De Vuurvogel het werk was dat Stravinsky tot internationale roem verhief, kreeg hij de opdracht om het ballet te componeren voor de pas opgerichte Ballets Russes pas aangeboden nadat verschillende prominente Russische componisten het ballet al hadden afgewezen. Met de première in de Parijse Opéra in het verschiet, koos Serge Diaghilev, de grote impresario van de Ballets Russes, de onervaren Stravinsky, toen pas 27 jaar oud, op basis van zijn vroege orkestwerken. Stravinsky kreeg de opdracht in december 1909 en ging onmiddellijk aan de slag in St. Petersburg.

Het ballet is gebaseerd op de Russische legende van de Vuurvogel, een krachtige goede geest wiens veren schoonheid en bescherming zouden overbrengen op de aarde. Ook andere personages uit de Russische overlevering komen aan bod: de heldhaftige prins Ivan Tsarevitsj en de boosaardige tovenaar Kasjtsj, van wie Ivan de prinses die hij liefheeft moet redden. Alleen door tussenkomst van de Vuurvogel, wiens leven hij al vroeg in het ballet spaart, kan Ivan Kasjtsjei en zijn volgelingen vernietigen en met de prinses trouwen. De volkse oorsprong van het verhaal inspireerde Stravinsky tot het lenen van een paar volksmelodieën in zijn partituur. Toch was het grootste deel van het ballet, vooral de fladderende dans van de Vuurvogel en de gedenkwaardige bruiloftsmars aan het slot van het ballet, zijn eigen creatie.

Het Vuurvogelballet was in mei 1910 klaar en werd prompt naar Parijs gestuurd, waar de dansers zich al aan het voorbereiden waren. Een laatste obstakel deed zich voor toen de hoofdballerina weigerde de rol van de Vuurvogel te dansen, omdat ze de muziek verafschuwde, en vervangen moest worden. Ondanks de bezwaren van de ballerina kreeg Stravinsky onmiddellijk erkenning als een van de origineelste en krachtigste componisten van zijn generatie.