Alternatief bekend als een adresbus, databus of lokale bus, is een bus een verbinding tussen componenten of apparaten die op een computer zijn aangesloten. Een bus vervoert bijvoorbeeld gegevens tussen een CPU en het systeemgeheugen via het moederbord.
Waarom wordt een computerbus een bus genoemd?
Je kunt een computerbus zien als het openbaar vervoer of een schoolbus. Dit soort bussen zijn in staat om mensen van de ene bestemming naar de andere bestemming te vervoeren. Net als deze bussen zendt een computerbus gegevens van de ene plaats of apparaat naar een andere plaats of apparaat.
Een computerbus houdt er een strikt schema op na, waarbij hij gegevens “oppikt” en “afzet” met een regelmatig interval. Als een bus bijvoorbeeld op een frequentie van 200 MHz werkt, voltooit hij 200 miljoen gegevensoverdrachten per seconde.
Bus is geen afkorting of acroniem.
Computerbusoverzicht
De bus bevat meerdere draden (signaallijnen) met adresseringsinformatie die de geheugenlocatie beschrijft van waar de gegevens worden verzonden of opgehaald. Elke draad in de bus draagt een bit of bits aan informatie, wat betekent dat hoe meer draden een bus heeft, hoe meer informatie hij kan adresseren. Een computer met een 32-bits adresbus kan bijvoorbeeld 4 GB geheugen adresseren, en een computer met een 36-bits bus 64 GB geheugen.
De onderstaande illustratie toont de verschillende soorten computerbussen en hoe ze apparaten op het moederbord met elkaar verbinden.
Typen computerbussen
Een bus is ofwel een parallelle ofwel een seriële bus, en ofwel een interne bus (lokale bus) of een externe bus (uitbreidingsbus).
Interne bus vs. externe bus
Een interne bus maakt de communicatie mogelijk tussen interne componenten, zoals een videokaart en geheugen. Een externe bus is in staat om te communiceren met externe componenten, zoals een USB- of SCSI-apparaat.
Parallelle bus vs. seriële bus
Een computerbus kan zijn gegevens verzenden met behulp van een parallelle of seriële methode van communicatie. Bij een parallelle bus worden de gegevens meerdere bits tegelijk verzonden. Bij een seriële bus worden de gegevens echter één bit tegelijk overgebracht.
Bussnelheden
De bussnelheid van een computer of apparaat wordt gemeten in MHz, bijv. een FSB kan werken met een frequentie van 100 MHz. De doorvoersnelheid van een bus wordt gemeten in bits per seconde of megabytes per seconde.
Voorbeelden van computerbussen
| A-F | G-N | O-P | P-Z |
|---|---|---|---|
|
AGP |
HyperTransport |
PATA |
SATA |
Meest populaire computerbussen
Dag van vandaag, worden veel van de hierboven genoemde bussen niet meer gebruikt of komen niet meer zo vaak voor. Hieronder volgt een lijst van de meest gebruikte bussen en hoe ze worden gebruikt met een computer.
- eSATA en SATA – Harde schijven en schijfstations voor computers.
- PCIe – Uitbreidingskaarten voor computers en videokaarten.
- USB – Randapparatuur voor computers.
- Thunderbolt- Randapparatuur die wordt aangesloten via een USB-C kabel.