Geschiedenis van de groepEdit
Georg von Trapp had zeven kinderen toen zijn eerste vrouw, Agathe Whitehead, overleed, en in 1927 trouwde hij met Maria Kutschera, die vijfentwintig jaar jonger was dan hij, met wie hij nog drie kinderen kreeg. In 1935 zong het gezin in de plaatselijke kerk in Aigen, waar zij kennis maakten met een jonge priester, Dr. Franz Wasner, die hun muzikale vooruitgang aanmoedigde en hen geestelijke muziek leerde om toe te voegen aan de volksliederen, madrigalen en ballades die zij al zongen. Terwijl ze in hun huis in Salzburg zongen, werden ze ook gehoord door de Duitse concertzangeres Lotte Lehmann, die hen overhaalde om deel te nemen aan de zangwedstrijd op het Salzburg Festival in 1936, waarvoor ze een prijs wonnen; hierna ging de familie, vergezeld door Dr Wasner, op tournee en traden ze op in Wenen en Salzburg, en ondernamen ze een Europese tournee die Frankrijk, België, Nederland, Italië, Duitsland en Engeland omvatte.
In datzelfde jaar trad de familie voor het eerst op in de Verenigde Staten, voordat ze naar Oostenrijk terugkeerden toen hun visa verlopen waren; maar in datzelfde jaar annexeerde Adolf Hitler Oostenrijk, en de familie besloot te vertrekken, eerst naar Italië (waarvan de in Zadar geboren Georg en dus de familie legaal staatsburger waren). In 1938, vlak na hun vlucht, woonden zij enkele maanden in Warmond, bij Den Haag, Nederland, als gasten van een Nederlandse bankier, Ernest Menten. Deze episode wordt beschreven door de lokale historica Miep Smitsloo in haar boek ‘Tussen Tol en Trekvaart’ (2007). In haar verslag van de vlucht maakt Maria von Trapp om onbekende reden geen melding van dit verblijf.
Van daaruit gingen ze naar de Verenigde Staten, waar ze in 1939 de immigrantenstatus aanvroegen. Ze kwamen aan met heel weinig geld, omdat ze eerder het grootste deel van het familiefortuin hadden verloren tijdens de ineenstorting van de Oostenrijkse banken in 1935. Eenmaal in de Verenigde Staten verdienden ze geld met optredens en tournees, nationaal en internationaal, eerst als het “Trapp Family Choir” en daarna als de “Trapp Family Singers”, een verandering voorgesteld door hun boekingsagent Frederick Christian Schang. Na een korte tijd in Philadelphia en daarna in Merion, Pennsylvania, te hebben gewoond, waar hun jongste kind Johannes werd geboren, vestigde het gezin zich in 1941 in Stowe, Vermont. In 1942 kochten zij een boerderij van 270 ha en bouwden die om tot de Trapp Family Lodge, die aanvankelijk “Cor Unum” heette. Na de Tweede Wereldoorlog stichtten zij het Oostenrijkse hulpfonds van de Trapp Familie, dat voedsel en kleding stuurde naar verarmde mensen in Oostenrijk. Inmiddels permanent gevestigd in de Verenigde Staten, voerde de familie hun unieke mix van liturgische muziek, madrigalen, volksmuziek en instrumentale muziek uit voor een publiek in meer dan 30 landen gedurende de volgende 20 jaar. Ze maakten een reeks 78-toerenplaten voor RCA Victor in de jaren 1950, waarvan sommige later werden uitgebracht op RCA Camden LP’s. Er zijn ook een paar latere opnamen op LP’s uitgebracht, waaronder een aantal stereosessies. De familiezanggroep werd ontbonden in 1957.
Maria schreef een verslag van de zingende familie The Story of the Trapp Family Singers dat in 1949 werd gepubliceerd en de inspiratie vormde voor de West-Duitse film The Trapp Family uit 1956, die op zijn beurt de inspiratie vormde voor Rodgers en Hammersteins Broadway-musical The Sound of Music. De oorspronkelijke zeven Trapp-kinderen waren: Rupert (1911-1992); Agathe (1913-2010); Maria Franziska (1914-2014); Werner (1915-2007); Hedwig (1917-1972); Johanna (1919-1994); en Martina (1921-1952). De latere kinderen waren Rosmarie (geb.1929), Eleonore (geb.1931), en Johannes (geb.1939). De oudste dochter, Agathe (in de film “Liesl” genoemd), publiceerde in 2003 haar eigen verslag van het leven in de familie Trapp, Memories Before and After The Sound of Music, dat later zelf werd omgezet in de film The von Trapp Family: A Life of Music in 2015.
Latere levensEdit
Twee leden van de groep stierven terwijl de groep nog actief was, Georg in 1947 op 67-jarige leeftijd, en Martina, die in 1952 op 30-jarige leeftijd in het kraambed overleed. Toen de groep in 1957 ophield te bestaan, bestond de groep uit een aantal niet-familieleden, omdat velen van de oorspronkelijke familie andere doelen nastreefden en alleen Maria’s “ijzeren wil” de groep zo lang bij elkaar had gehouden. Na het uiteenvallen van de groep gingen Maria, Johannes, Rosmarie en Maria Franziska naar Nieuw-Guinea om zendingswerk te doen; later keerde Maria terug om de Trapp Family Lodge een aantal jaren te leiden.
Van de overgebleven kinderen was Rupert al tijdens de Tweede Wereldoorlog arts; Agathe werkte vele jaren als kleuterleidster in Maryland; Maria Franziska werkte dertig jaar als missionaris in Nieuw-Guinea; Werner werd boer; Hedwig muzieklerares; Johanna trouwde en keerde terug naar Oostenrijk; Rosmarie en Eleonore vestigden zich beiden in Vermont; en Johannes volgde zijn moeder op door de Trapp Family Lodge als toeristenoord te gaan beheren. Maria stierf in 1987 en werd samen met Georg en Martina begraven op de familiebegraafplaats op het landgoed. Alle oorspronkelijke zeven Trapp-kinderen waren in 2014 overleden, terwijl de laatste twee kinderen, Eleonore en Johannes, in juni 2020 nog in leven waren.