Op de middag van 3 oktober 1993, op de hoogte van het feit dat twee leiders van Aidid’s clan zich in een woning in de “Zwarte Zee”-wijk in Mogadishu bevonden, stuurde de task force 19 vliegtuigen, 12 voertuigen en 160 manschappen om hen te arresteren. Tijdens de missie miste soldaat Todd Blackburn (die, in tegenstelling tot de verfilming van de gebeurtenissen, op hetzelfde moment in Somalië aankwam als de rest van het 75th Ranger Regiment) het touw terwijl hij snel uit een MH-60 Black Hawk helikopter sprong. Hij viel 70 voet naar beneden op de straat en verwondde zichzelf zwaar.

De twee Somalische leiders werden snel gearresteerd. De gevangenen en Blackburn werden in een konvooi van grondvoertuigen geladen. Echter, gewapende militieleden en burgers, waaronder vrouwen en kinderen, convergeerden vanuit de hele stad naar het doelgebied. Sergeant Dominick Pilla en een Somalische strijder zagen elkaar en vuurden op hetzelfde moment. Beiden werden gedood. De commandanten van de operatie waren stomverbaasd toen ze hoorden dat een soldaat was gedood, want ze verwachtten geen slachtoffers tijdens de operatie. Tijdens de eerste uren van het gevecht werd een MH-60 Black Hawk, Super Six One, bestuurd door Cliff Wolcott, neergeschoten door een Somalische strijder met een raketgranaat (RPG). Beide piloten werden gedood, maar de bemanning overleefde de noodlanding.

Later werd een andere Black Hawk helikopter, Super Six Four, neergeschoten door een vanaf de grond afgevuurde RPG. Geen reddingsteam was onmiddellijk beschikbaar, en de kleine overlevende bemanning, waaronder een van de piloten, Michael Durant, kon zich niet bewegen. Twee Delta sluipschutters – Master Sergeant Gary Gordon en Sergeant Eerste Klas Randy Shughart boden dekking vanuit een helikopter, en boden herhaaldelijk aan om de plaats van de crash veilig te stellen. Bij hun derde poging kregen ze toestemming, beide mannen ervan bewust dat het hen waarschijnlijk het leven zou kosten. Toen ze aankwamen, probeerden ze de plaats te beveiligen, maar Gordon werd gedood, zodat alleen Durant en Shughart overbleven. Uiteindelijk, na meer dan 25 Somaliërs te hebben tegengehouden en gedood, werd Shughart gedood en Durant gegijzeld. Shughart en Gordon werden beiden postuum onderscheiden met de Medal of Honor voor hun acties.

Tussen vochten de overgebleven Rangers en Delta-operators zich een weg naar de eerste crashplaats, waar ze de bemanning vonden. Ze werden al snel omsingeld door Somalische Habr Gidr milities. De Somalische commandant, kolonel Sharif Hassan Giumale, besloot de Amerikaanse troepen te doden met mortiervuur, en Somalische milities maakten zich klaar om de belegerde Amerikanen te bombarderen met 60mm mortieren. Kolonel Giumale blaasde de mortieraanval echter af nadat informatie over mogelijke gijzelaars onder de burgerbevolking was binnengekomen. Herhaalde pogingen van de Somaliërs om de Amerikaanse stellingen onder de voet te lopen werden teruggeslagen met zwaar vuur van kleine wapens, vergezeld van straf- en raketvuur vanuit helikopters. Er werd een reddingskonvooi georganiseerd, bestaande uit de 10th Mountain Division van het Amerikaanse leger en Maleisische en Pakistaanse troepen. In zware gevechten met de Somaliërs brak het reddingskonvooi door de omsingeling en redde de belegerde troepen.

Het doel van de missie, het gevangen nemen van Aidid’s handlangers, werd bereikt, maar de strijd bleek de moeilijkste close combat te zijn waar Amerikaanse troepen aan hadden deelgenomen sinds de Vietnamoorlog. Uiteindelijk werden twee MH-60 Black Hawks neergeschoten, een andere werd ernstig beschadigd, 18 Amerikaanse soldaten en zowel een Maleisische als een Pakistaanse soldaat op het reddingskonvooi werden gedood, en 82 raakten gewond. Schattingen van Somalische dodelijke slachtoffers zijn ongeveer 1.000 militieleden gedood tijdens de strijd, met meer dan 3.000 gewonden.