Wat is een wond?
Een wond wordt gedefinieerd als een lichamelijk letsel waarbij de huid of het slijmvlies is gescheurd, doorboord, gesneden, of anderszins gebroken. Het proces van wondgenezing is complex en omvat ontstekings-, vasculaire, bindweefsel- en epitheelcellen die gedurende enige tijd samenwerken. Om de wondgenezing beter te begrijpen, moeten we meer te weten komen over de verschillende soorten wonden en de factoren die een rol spelen bij de genezing ervan.
Classificatie van wonden
Er zijn veel verschillende manieren waarop wonden kunnen worden geclassificeerd. In veel gevallen kan een wond bestaan uit een combinatie van de verschillende classificaties.
1. Wonddikte | |
---|---|
Superficieel | Betreft alleen de opperhuid en de bovenste lederhuid |
Partiële dikte | Betreft huidverlies tot aan de lagere lederhuid |
Volledige dikte | Het betreft huid en onderhuids weefsel |
Diep en gecompliceerd | Het betreft binnendringen in natuurlijke holten, een orgaan of weefsel |
2. Wondcomplexiteit | |
Eenvoudig | Aantasting van slechts één orgaan of weefsel |
Gecombineerd | Aantasting van meerdere organen en/of weefsels |
3. Leeftijd van de wond | |
Vers | Tot 8 uur na het ontstaan van de wond |
Ouder | Na 8 uur na het ontstaan van de wond |
4. Wondoorzaak | |
Superficieel | Breken van het huidoppervlak door krabben, wrijven, plukken, of een schaafwond door vallen |
Geïncideerd | Durend als gevolg van een chirurgische ingreep |
Verbrijzeld | Met een harde klap van een snijwerktuig, zoals een bijl, zwaard |
Gesneden | Splinters van weefsel weggerukt met een scherpgerand voorwerp |
Steken | Gemaakt met een puntig voorwerp of wapen |
Gesneden | Wond aan weefsel onder de oppervlakte van de huid, meest voorkomende type wond bij verkeersongevallen |
Secundaire | Wonden ontstaan door primaire ziekten, zoals diabetische ulcera, decubitus, veneuze ulcera |
Andere | Kogelwond, bijtwond, vergiftigde wond |
Wondgenezing
Het proces van wondgenezing bestaat uit drie elkaar overlappende fasen:
- Ontsteking – omvat korstvorming en infiltratie van beschadigd weefsel door witte bloedcellen. Deze zijn verantwoordelijk voor het verwijderen van dood weefsel en het opnemen van bacteriën.
- Proliferatie – omvat de ontwikkeling van granulatieweefsel, samentrekking van de wond en groei van epitheelcellen onder de opgedroogde korst
- Maturatie – de wond wordt minder vasculair en wordt verstevigd door de herschikking van collageenvezels.
De snelheid waarmee een wond geneest, is afhankelijk van verschillende factoren. Deze factoren moeten in aanmerking worden genomen voordat een beslissing wordt genomen over de methode(n) die worden gebruikt om een wond te behandelen. Factoren waarmee rekening moet worden gehouden, zijn onder meer:
- Positie en grootte van de wond
- Weefseltype (b.v. slijmerig, necrotisch, granulerend)
- Hoeveelheid exsudaat
- Aanwezigheid of afwezigheid van infectie
- Aanwezigheid of afwezigheid van pijn
Wonden genezen het snelst als ze na een verwonding zo snel mogelijk worden verzorgd. Het doel moet zijn de wond te verbinden of te sluiten met geschikte methoden om deze infectievrij te houden en een omgeving te creëren die genezing bevordert.
Methoden van wondgenezing
De laatste tijd is er veel ontwikkeling geweest op het gebied van wondbehandeling. Om littekenvorming tot een minimum te beperken en de genezingstijd te versnellen, zijn verschillende wondbedekkingen en verschillende technieken van huidvervanging geïntroduceerd.
Wondbedekking kan in twee categorieën worden onderverdeeld:
Permanente bedekkingen – autografts
Een autograft is wanneer een laag epidermis en dermis van gezonde huidgebieden van de patiënt wordt genomen en op het gewonde gebied wordt getransplanteerd. Een autograft is de optimale wondbedekking, maar heeft als nadeel dat er een tweede wond (donorwond) bij de patiënt ontstaat, die nu ook moet worden verzorgd. Een autograft is de methode bij uitstek om grote oppervlakkige wonden, zoals uitgebreide brandwonden, te bedekken.
Tijdelijke afdekkingen
Tijdelijke afdekkingen omvatten allograften (bv. ontvleesde kadaverhuid en in vitro gekweekte epidermale vellen), xenograften (bv. transplantatie van varkenshuid), en synthetische verbanden. Deze afdekkingen zijn tijdelijk vanwege hun kunstmatige of chemische bestanddelen, beperkte hechting aan het wondoppervlak, en het lichaamsvreemde karakter.
Synthetische wondverbanden hebben een lange weg afgelegd sinds de dagen van traditionele verbanden (bijv. producten op basis van gaas) en pasteuze verbanden (bijv. zinkpasta). In het midden van de jaren tachtig was het gebruik van polyurethaanschuim en hydrocolloïden als wondverbanden het begin van de ontdekking van een enorm scala aan verbindingen en materialen die nu beschikbaar zijn voor het verbinden van wonden. Voor een gedetailleerde beschrijving van wondverbanden, zie synthetische wondverbanden.